Stelling: Door arbeidsmigratie worden de loonkosten hoger.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Stelling: Door arbeidsmigratie worden de loonkosten hoger.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 1 - Quizvraag
Het stabiliteitspact is een afspraak die gemaakt is tussen ...
A
EMU-landen
B
EU-landen
Slide 2 - Quizvraag
Tarifaire protectiemaatregel
Non-tarifaire protectiemaatregel
Invoerrechten
Exportsubsidie
Kwaliteitseisen
Importquotum
Slide 3 - Sleepvraag
Als de arbeidsproductiviteit in verhouding sneller stijgt dan het loon van een werknemer zullen de loonkosten per product ...
A
Stijgen
B
Gelijk blijven
C
Dalen
Slide 4 - Quizvraag
Milieuvervuiling in Nederland leidt tot negatieve externe effecten in Duitsland.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Wat is geen oorzaak waarom landen zich specialiseren?
A
Natuurlijke omstandigheden
B
De kwantiteit aan producten
C
De kwaliteit van de producten
D
Stabiliteit
Slide 6 - Quizvraag
(Invoer)contingentering betekent ...
A
Beperking van de export van een product tot een bepaalde hoeveelheid.
B
Vergroting van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid.
C
Beperking van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid.
D
Vergroting van de export van een product tot een bepaalde waarde.
Slide 7 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving: de strategie die voor het individu het gunstigst is, ongeacht wat de ander doet.
Slide 8 - Open vraag
Hoe noemen we het verschijnsel dat ontstaat omdat sommige producten in eigen land niet geproduceerd kunnen worden óf omdat de productie in eigen land duurder zijn dan elders?
A
Internationale ruil
B
Vrijhandel
C
Europese monetaire unie
D
Interne markt
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de dominante strategie van H&M?
A
Wel korting geven
B
Geen korting geven
Slide 10 - Quizvraag
Een overheidstekort is een voorbeeld van een ...
A
Voorraadgrootheid
B
Stroomgrootheid
Slide 11 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving: landen beschermen binnenlandse producten door allerlei maatregelen te treffen.
Slide 12 - Open vraag
Welke afspraken hebben de EMU landen in het stabiliteitspact gemaakt?
A
Staatsschuld mag maximaal 3% van het BBP zijn en het overheidstekort 60%
B
De staatsschuld mag maximaal 60% van het BBP zijn en het overheidstekort 3%
C
De groei van de overheidsuitgaven moet onder de 3% blijven
Slide 13 - Quizvraag
Wat is geen argument voor het toepassen van protectionistische maatregelen?
A
Specialisatie
B
Infant industry-argument
C
Werkgelegenheid
D
Antidumpingsargument
Slide 14 - Quizvraag
Stelling: Nederland is een open economie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Een sanctie bij het niet handhaven van vastgelegde regels is een voorbeeld van ...
A
Vrijhandel
B
Meeliftersgedrag
C
Gevangenendilemma
D
Collectieve dwang
Slide 16 - Quizvraag
Als een land een overheidstekort heeft, moet het land geld lenen. Dit zorgt ervoor dat de ... (ook wel overheidsschuld genoemd) toeneemt
Slide 17 - Open vraag
In welk van deze landen dalen de loonkosten per product?
Slide 18 - Tekstslide
Land B: Wanneer de arbeidsproductiviteit sneller stijgt of langzamer daalt dan de loonkosten per uur stijgen de loonkosten per product.