les 6 project Taal en communicatie: prototypetheorie

Les 6: prototypetheorie, betekenis van woorden
Doelen: 
  • Je kunt het begrip prototype uitleggen bij de betekenis van woorden. 
  • Je bent je ervan bewust dat iedereen een eigen beeld maakt bij woorden.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 6: prototypetheorie, betekenis van woorden
Doelen: 
  • Je kunt het begrip prototype uitleggen bij de betekenis van woorden. 
  • Je bent je ervan bewust dat iedereen een eigen beeld maakt bij woorden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Is Donald Duck een vogel?

Slide 3 - Poll

Welke afbeelding past nou het meest bij jouw beeld van een boom?

Slide 4 - Tekstslide

Welke vlak is het meest rood?

Slide 5 - Tekstslide

Welk vak is het meest blauw?

Slide 6 - Tekstslide

Werk je vanuit huis: doe deze opdracht dan alleen.
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Geef jullie omschrijving van het begrip 'vogel

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

prototypetheorie
Cognitieve wetenschappers beweren dat wij plaatjes (concepten) in ons hoofd maken door middel van ideale versies, ook wel prototypes genoemd. 
Als iemand jou bijvoorbeeld zou vragen om een naam van een vogel op te noemen, zou je waarschijnlijk de naam noemen van een klein tot middelgroot, warmbloedig, eierleggend dier met fladderige vleugels, veren en een snavel. Een roodborstje of mus bijvoorbeeld. Struisvogels en pinguïns zijn ook vogels, maar zij verschillen van onze standaard, of prototypische, vogel die niet kan vliegen.

Verschillende sociale groepen kunnen uiteenlopende prototypes hebben: kinderen in Sub-Saharisch Afrika en Europa conceptualiseren bomen anders, omdat bomen bijvoorbeeld in Sub-Saharisch Afrika niet groen en bossig zijn.

Slide 12 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Komt je huis overeen met een van deze huizen?

Slide 14 - Tekstslide

Werk je vanuit huis: doe de opdrachten eerst alleen en zoek daarna contact met een andere thusiwerkende klasgenoot om de antwoorden te vergelijken.

Slide 15 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Geef je top-5
Van meest naar minst.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Waarom zou de mens zijn brein volgens deze prototypen organiseren?

Slide 23 - Open vraag