Les 5 - Bloedvaten en functie

Bloedvatenstelsel
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bloedvatenstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen les 5
De student kent de bloedvaten in en rondom het hart 
De student kent de bouw van de bloedvaten 
De student weet hoe de bloedvoorziening plaats vindt
De student kent de begrippen slagaders, kleine slagaders, kleine aders, aders, poortader, haarvaten  en holle ader.

Slide 2 - Tekstslide

 

Even herhalen...

Slide 3 - Tekstslide

Alle bloedvaten achter elkaar hebben een lengte van:
A
7 m
B
100.000 km
C
1 km
D
20 m

Slide 4 - Quizvraag

Welke soorten bloedvaten heeft het menselijk lichaam?

Slide 5 - Open vraag

Wat doen de verschillen bloedvaten?

Slide 6 - Open vraag

Bloedvaten
  • Aders vervoeren zuurstofarm bloed en afvalstoffen van de organen naar het hart.
  • Slagaders brengen zuurstofrijk bloed en voedingsstoffen naar je organen, met als uitzondering de longslagader.
  • Haarvaten zijn de haarfijne bloedvaatjes waarin de rode bloedcellen zuurstof en kooldioxide afgeven of opnemen.Zij zijn de verbinding tussen de slagaders en aders. Deze vaatjes zijn zo fijn dat de rode bloedcellen zuurstof uit de lucht kunnen oppikken. Dat gebeurt in de longen.

Slide 7 - Tekstslide

De wand van slagaders is gespierder dan de wand van aders.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Waar is de bloeddruk het hoogste
A
Lichaamsslagader
B
Slagader
C
Holle ader
D
Ader

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Welke vaten hebben het grootste oppervlak?
A
Slagader
B
Haarvaten
C
Ader
D
Arteriën

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel liter bloed heeft een volwassen mens in het lichaam?
A
2 tot 3l
B
8 tot 9l
C
5 tot 6l
D
3 tot 4l

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Wat zie jij hier op het plaatje?
A
ECG
B
Hartslag
C
Bloeddruk
D
Temperatuur

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij het QRS-complex?
A
Depolarisatie van de kamers
B
Repolarisatie van de Kamers
C
Depolarisatie van de boezems
D
Repolarisatie van de boezems

Slide 15 - Quizvraag

Welke twee orgaanstelsels
hebben invloed op de bloeddruk?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Aorta
Slagader
haarvaten
aders
holle ader
Hartspierweefsel
Glad spierweefsel
Glad spierweefsel
Glad spierweefsel
Glad spierweefsel
Hoge druk
Hoge druk
Lage druk
Lage druk
Lage druk
Geen kleppen
Geen kleppen
Geen kleppen
Wel kleppen
Wel kleppen
Dikke wand
Dikke wand
Dunne wand
Dunne wand
Dunne wand

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
  • Bloedvataandoeningen:
  • Aneurysma
  • Artheresclerose
  • Bloedproppen
  • Hoge bloeddroek
  • Ziekte van Raynaud
  • Spataderen

Zoek op wat deze aandoeningen inhouden en wat de symptomen, risico 's zijn. 

Slide 19 - Tekstslide

Terugkomen op de leerdoelen les 5

De student kent de bloedvaten in en rondom het hart 
De student kent de bouw van de bloedvaten 
De student weet hoe de bloedvoorziening plaats vindt
De student kent de begrippen slagaders, kleine slagaders, kleine aders, aders, poortader, haarvaten  en holle ader.

Slide 20 - Tekstslide