6,4 3mb

Vandaag
  • Uitleg paragraaf 6,4
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten
  • Nabespreken opdrachten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Uitleg paragraaf 6,4
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten
  • Nabespreken opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Productie capaciteit= Het maximaal aantaal producten dat een bedrijf kan maken.
- Het aantal werknemers
- Het aantal uren dat de werknemers werken
- De machines die worden gebruikt

Slide 2 - Tekstslide

Een bakker werkt alleen in zijn bakkerij. Hij werkt 10 uur en heeft 1 machine die 10 broodjes per uur kan maken.
Wat is de productiecapaciteit?
A
50
B
10
C
200
D
100

Slide 3 - Quizvraag

Morgen hoeft de bakker maar 60 broodjes te maken omdat er niet zo veel vraag is.

Waarvan is hier sprake?
A
overbezetting
B
onderbezetting

Slide 4 - Quizvraag

Overmorgen moeten er 100 broodjes worden gebakken

Waarvan is hier sprake?
A
onderbezetting
B
overbezetting

Slide 5 - Quizvraag

Arbeidsproductiviteit=  De productie per werknemer in een bepaalde tijd

Slide 6 - Tekstslide

Er worden per dag 50 producten gemaakt door 5 werknemers

Wat is de arbeidsproductiviteit van deze dag?
A
20
B
250
C
10
D
100

Slide 7 - Quizvraag

Er worden 1000 producten per week gemaakt door 20 werknemers. Er wordt 5 dagen per week gewerkt.
Wat is de arbeidsproductiviteit per dag?
A
10
B
20
C
200
D
100

Slide 8 - Quizvraag

De arbeidsproductiviteit kan toenemen door
- Technologische ontwikkeling: Mechanisering en automatisering
- Specialisatie
- Scholing
- Prestatieloon
- Verbeteren van de arbeidsomstandigheden

Slide 9 - Tekstslide

Loonkosten per product= De loonkosten die het maken van een product met zich meebrengt

Slide 10 - Tekstslide

Mijn werknemer krijgt 25 euro per uur. Hij maakt 50 producten per uur.

Wat zijn de loonkosten per product?
A
50 cent
B
1 euro
C
2 euro
D
25 cent

Slide 11 - Quizvraag

De werknemer gaat niet 50 maar 100 producten maken per uur.

Wat gebeurt er met de loonkosten per product?
A
Dalen
B
Stijgen
C
Blijven gelijk

Slide 12 - Quizvraag

Opdrachten maken 6,4
- 2,3,4 en 5
- Voor jezelf!
- Oortjes in? prima!
- Kwartier de tijd tot:

Slide 13 - Tekstslide