Grammatica en spelling 2BK

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom 2A & 2D 

4.7 Grammatica

4.8 Spelling

Noem 3 voorbeelden van een voorzetsel.

Wat is een splitsbaar werkwoord?

Splitsbaar ww

Geen splitsbaar ww 

Nadenken

Nakijken

Uitnodigen

Horen

Denken

Doordenken

Onderstreep

Omcirkelen

Voorzetsel of splitsbaar werkwoord? 

Voorzetsel > geeft een plaatsbepaling aan (waar?) 

Splitsbaar werkwoord = iets wat je doet 

1. Trek je schoenen maar uit. 

2. In de kast liggen nieuwe sokken. 

3. Kijk eens achter je! 

4. Volgens mij sluit je nu de kat op. 

5. Morgen doe ik m'n nieuwe shirt aan. 

6. Onder dat shirt past die nieuwe broek. 

Wat is een bijvoeglijk naamwoord ook alweer? Geef ook een vb.

Voltooid deelwoord 

Voltooid deelwoord = geeft aan dat iets is gebeurd/afgerond

Begint vaak met ge-, ver-, her-, be- en ont-

VB: is gebeurd, is verdwenen, heb herlezen, is begonnen, is ontdekt 

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord 

Wat is het voltooid deelwoord in de onderstaande zinnen?

1. Mijn ijsje is gesmolten. 

2. De kleren zijn gedragen. 

3. De jongens uit de tweede klas hebben een voetbalwedstrijd georganiseerd. 

 

Vd naar bijv. nw. 

1. Mijn ijsje is gesmolten. > Het gesmolten ijsje

2. De kleren zijn gedragen. > De gedragen kleren

3. De jongens uit de 2e klas hebben een voetbalwedstrijd georganiseerd. > De georganiseerde wedstrijd

Vd als bijv. nw. 

Schrijf je altijd zo KORT mogelijk op.

 

1. De foto is vergroot. > De vergrote foto (dus niet vergroote) 

2. Het plafond is gewit. > Het gewitte plafond (géén gewite) 

3. Ik heb de les gemist. > De gemiste les

Aan de slag

Paragraaf 4.8

Opdracht 1, 2, 3a, 4a en 4b, 5 en 6

Na 20 minuten klassikaal nakijken.