- Laptop (dicht) en/of werkboek (als je die mee hebt)
- Agenda
- Schrift (als je die mee hebt)
- Etui/pen/potlood
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2
In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Op de hoek van je tafel:
- Laptop (dicht) en/of werkboek (als je die mee hebt)
- Agenda
- Schrift (als je die mee hebt)
- Etui/pen/potlood
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag:
- Planning tot de zomervakantie
- Uitleg 4.8 Spelling
- Uitleg 5.5 Woorden
- Weektaak
- Blooket 4.8 Spelling
Slide 2 - Tekstslide
Komende drie weken gaan we niet lezen in de les (mediatheek is dicht). Daarna leen je weer een boek bij de mediatheek of neem je een boek van thuis mee.
Je mag altijd lezen als je klaar bent met je weektaak!
Slide 3 - Tekstslide
Planning tot de zomervakantie
Deze week: week 20
Week 22: Toets hoofdstuk 4 en 5: woorden, grammatica en spelling
Week 24: Toets leesvaardigheid
Week 26: Toets betoog
Slide 4 - Tekstslide
Maken
Maak opdracht 1 van 4.8 Spelling in je werkboek.
Geen werkboek mee? Pak een kopietje.
Maak het zelf!
Klaar? Begin aan opdracht 5, 8, 9 en 10.
Slide 5 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Wat is een voorbeeld van een voltooid deelwoord?
Slide 6 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Wat is een voorbeeld van een voltooid deelwoord?
Mijn ijsje is gesmolten.
Ik heb de les gemist.
Hoe kun je van deze woorden een bijvoeglijk naamwoord maken?
Slide 7 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Hoe kun je van deze woorden een bijvoeglijk naamwoord maken?
Mijn ijsje is gesmolten. Het gesmolten ijsje.
Ik heb de les gemist. De gemiste les.
Slide 8 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Voltooide deelwoorden van sterke werkwoorden op -en veranderen als bijvoeglijk naamwoord niet.
vd: bn:
Mijn ijsje is gesmolten. Het gesmolten ijsje.
De kleren zijn gedragen. De gedragen kleren.
Slide 9 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Alle andere voltooide deelwoorden schrijf je als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk. Denk wel aan de gewone spellingregels!
vd: bn:
De foto is vergroot. De vergrote foto.
Het plafond is gewit. Het gewitte plafond.
Slide 10 - Tekstslide
Maken
Tussen -n ----->
Een tussen -s schrijf
je als je die hoort
Slide 11 - Tekstslide
Maken
Maak opdracht 5, 8, 9 en 10 van 4.8 Spelling.
Klaar? 5.5 Woorden opdracht 3 t/m 11
15 minuten voor het einde van de les: Blooket over 4.8