NN6 H3 - Lezen H3 (2)

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 1 - Tekstslide

Welkom H3E! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 2 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
Lezen H3: Argumentatie (1)

Aan het eind van de les:
  • kun je onderscheid maken tussen standpunt en argument;
  • kun je onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten;
  • kun je een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk H3F
Woensdag 25 januari:
Lezen H3: opdr. 1, 2, 3, 5

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk H3E
Donderdag 26 januari:
Lezen H3: opdr. 1, 2, 3, 5

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Zet onderstaande kenmerken bij het juiste begrip.
standpunt
waarderend argument
nevenschikkend argument
Je kunt er maar moeilijk door ademen.
Ik vind dat mondkapjes niet terug moeten komen.
Het is niet wetenschappelijk bewezen dat ze voldoende bescherming bieden.

Slide 8 - Sleepvraag

Zet onderstaande kenmerken bij het juiste begrip.
standpunt
onderschikkend argument
feitelijk argument
waarderend argument
Ze zijn alleen bezig met zichzelf aan de macht te houden
Dit is slecht voor het ecosysteem
De regering moet meer doen voor een beter milieu
Als ze niet drastischer ingrijpen, dan zullen veel diersoorten uitsterven

Slide 9 - Sleepvraag

H3 Lezen - Argumentatie (1)

De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt of mening. Hij onderbouwt zijn standpunt: hij legt met argumenten uit waarom hij dat standpunt heeft.

Standpunt + argument noemen we een argumentatiestructuur.




Slide 10 - Tekstslide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Er zijn twee soorten argumenten: 
  • feitelijke (objectieve) argumenten; 
  • waarderende (subjectieve) argumenten.

Slide 11 - Tekstslide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Een schrijver kan zijn standpunt met één of meer argumenten onderbouwen. Er zijn verschillende argumentatiestructuren:
  • enkelvoudige argumentatie;
  • nevenschikkende argumentatie;

Slide 12 - Tekstslide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Enkelvoudige argumentatie: een schrijver onderbouwt zijn mening met een argument. 

                                               mening
                                                     ↑
                                             argument

Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want zij heeft al veel ervaring.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Nevenschikkende argumentatie: een schrijver gebruikt meer argumenten om zijn mening kracht bij te zetten.

                                          mening
                                               ↑
                      argument 1 ↔ argument 2

Die vrouw moet aangenomen worden als kleuterleidster. Ze heeft veel ervaring (1) en ze kan goed met kinderen omgaan (2).

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

OPDRACHT
Maak (alleen of in tweetallen) een blokjesschema bij het standpunt + de argumenten op de volgende slide. Kies uit enkelvoudige, nevenschikkende of onderschikkende argumentatie.

Slide 17 - Tekstslide

De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten. Er werkten namelijk maar twee vrouwen op de school. 
timer
2:00

Slide 18 - Tekstslide

Enkelvoudige 
argumentatiestructuur
De school wilde het aantal vrouwelijke collega's vergroten.

Er werkten namelijk maar twee vrouwen op de school

Slide 19 - Tekstslide

Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want ze heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt. 
timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatiestructuur
Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster.

Zij heeft ruime ervaring in die branche.

Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt

Slide 21 - Tekstslide


Omdat zij veel kennis heeft, moet ze de opvolgster van onze coach worden. 
timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Enkelvoudige argumentatiestructuur
Zij moet de opvolgster worden van onze coach.

Omdat zij veel kennis heeft.

Slide 23 - Tekstslide

Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want ze heeft al veel ervaring en een positieve uitstraling. Bovendien willen we een vrouwelijke coach. 
timer
2:00

Slide 24 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatiestructuur

Zij moet de opvolgster worden van onze coach.
↑                                                                       ↑                                                      ↑
Want zij heeft al veel ervaring        Zij heeft een positieve uitstraling           Bovendien willen we een vrouwelijk coach.

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht deze les
Lees de tekst. Markeer signaalwoorden, kernzinnen, etc. 
Maak zelfstandig Lezen H3: opdr. 1, 2, 3, 5.

De eerste tien minuten werk je zelfstandig. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je. 

Klaar? 
Maak een samenvatting van de theorie van De Brug
 + Lezen H1, H2
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk H3F
Woensdag 25 januari:
Lezen H3: opdr. 1, 2, 3, 5

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk H3E
Donderdag 26 januari:
Lezen H3: opdr. 1, 2, 3, 5

Slide 28 - Tekstslide