Woensdag 10 november

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Formuleringen
* Zelfstandig aan de slag
* Galgje + Evaluatie leerdoel
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Formuleringen
* Zelfstandig aan de slag
* Galgje + Evaluatie leerdoel

Slide 1 - Tekstslide

In de verleden tijd van een sterk werkwoord
A
komt er een extra letter bij
B
verandert de klank
C
verandert er niets
D
zet je een-d of een-t aan het einde

Slide 2 - Quizvraag

Voltooid deelwoord
geen voltooid deelwoord
gelopen
geslapen
slapen
gedaan
doen
schrijven

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is de verleden tijd van het werkwoord verven?
A
ik verfte
B
ik verfde

Slide 4 - Quizvraag

voltooid 
deelwoord
onvoltooid
deelwoord
rennend
verhuisd
lopend
ontdekt
verdraaid

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de verleden tijd van het werkwoord hebben?
A
hebben
B
hadden
C
heeft
D
hedden

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen vandaag
Je verwoordt de bedoeling van specifieke formuleringen.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe weet je wat er met een formulering wordt bedoeld?
Soms vraag je je af wat de schrijver nu eigenlijk met het woord of (een deel van) een zin bedoelt.
Als je een woord niet begrijpt, kun je verder lezen, misschien vind je later de betekenis. Of je kunt naar het woord zelf kijken. Misschien ken je wel een deel van het woord? Natuurlijk kun je ook de betekenis opzoeken of aan een ander vragen wat het woord betekent. 
Als je (een deel van) een zin niet begrijpt, vraag je dan af of de schrijver hier figuurlijk taalgebruik heeft gebruikt. Je moet de zin dan niet letterlijk nemen. Ook figuurlijk taalgebruik kun je opzoeken in het woordenboek. Je kijkt dan bij het belangrijkste woord van de uitdrukking. 

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 1 > Trede 2

Van het kopje lezen maken >
- informatie

Klaar? > werk aan je eigen doelen

Slide 9 - Tekstslide

Wat is...

een formulering?
A
een berekening van een formule
B
woorden die je gebruikt om iets te vertellen
C
heel korte manier van schrijven
D
de leestekens, zoals punten en komma's

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Link