*Spelling H5, vwo 2

Vandaag
* Krorte herhaling theorie H5
* Aan de slag (10 minuten)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
* Krorte herhaling theorie H5
* Aan de slag (10 minuten)

Slide 1 - Tekstslide

Spelling H5
Hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 2 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van onjuist hoofdlettergebruik.

Slide 3 - Woordweb

Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin. 

  • Bij eigennamen (Sanne, Groningen, Bernardstraat, Lauwers College, Engeland, Engels, Kerstmis, Pasen en Greenpeace) 

  • Bijvoeglijke naamwoorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen (Spaanse wijn, Belgische chocolade)


Slide 4 - Tekstslide

Kleine letters
  • Samenstellingen (kerstavond, paaszondag, moederdagcadeau)
  • Religies (jodendom, christendom, islam, rooms-katholiek)
  • Windstreken (het oosten, zuidwest)
  • Namen van seizoenen, maanden en periodes (herfst, maart, de ijstijd). 





Slide 5 - Tekstslide

Wat is juist?
A
Noord-Hollandse tulpen
B
Noord-hollandse tulpen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist?
A
de ijstijd
B
de IJstijd

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Hollandse molens
B
hollandse molens

Slide 8 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Islam
B
islam

Slide 9 - Quizvraag

Wat is juist?
A
meneer De Boer
B
meneer de Boer

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Slide 11 - Woordweb

Aanhalingstekens
  • Bij citaten:
  1. Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
  2. 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.

  • Je gebruikt geen aanhalingstekens bij gedachten:
  1. Ze vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
 

Slide 12 - Tekstslide

Aanhalingstekens
  • Bij titels:
  1. Het boek 'Kolja' van Arthur Japin is een groot succes.

  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis van het woord:
  1. Veel mensen kennen het woord 'extravagant' niet. 


Slide 13 - Tekstslide

De man fluisterde: 'Ik kan niet meer'.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn verkeerd geschreven.

Slide 14 - Quizvraag

Lisa zegt: 'Nee Jolien, dat noem je citeren'.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Veel mensen hebben moeite met de spelling van het woord barbecue.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Ik vroeg haar: weet je wat het huiswerk was?
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2 Spelling H5 - hoofdletters en aanhalingstekens (blz 155). Je hebt 10 minuten. 
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 1 

1 Belgisch
2 de film ‘Matilda’
3 islam
4 Maastricht
5 het noorden
6 Noord-Spanje





7 oosterse salade
8 prehistorie
9 een spa rood
10 Venus
11 woensdag
12 Zwolle-Zuid

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 2
1 Bram op het Hof
2 meneer Van Vleuten
3 dominee S. van der Zee
4 Janneke ter Avest
5 mevrouw B. de Boer-van den Bergh
6 directeur De Witte

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 3, 4 en 6 van Spelling H5 - blz 155

Slide 21 - Tekstslide