les 4
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
welke communicatiedoelen ken je?
Slide 2 - Woordweb
informeren
uiteenzetten
beschouwen
overtuigen
instrueren
activeren
De schrijver wil dat de lezer het eens is met zijn mening.
De schrijver geeft informatie zonder mening of ondertoon
De schrijver wil dat de lezer zijn mening kan vormen en geeft daarom allerlei meningen en invalshoeken van het onderwerp. NIET zijn eigen mening.
De schrijver geeft op een neutrale, zakelijke manier informatie, legt uit hoe iets werkt, beschrijft of verklaart iets.
De schrijver wil de lezer aanzetten of stimuleren om actie te ondernemen. (reclame)
De schrijver legt uit hoe iemand iets moet doen, stapsgewijs
Slide 3 - Sleepvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
wat is de hoofdgedachte van de tekst en dus het standpunt van de schrijver?
Slide 7 - Open vraag
standpunt: Netflix zal blijven groeien
Wat is het eerste argument daarvoor?
Wat is het eerste argument daarvoor?
Slide 8 - Open vraag
Hoe onderbouwt de schrijver dit argument?
Slide 9 - Woordweb
standpunt: Netflix zal blijven groeien
Wat is het tweede argument daarvoor?
Wat is het tweede argument daarvoor?
Slide 10 - Open vraag
aan welk signaalwoord kun je zien dat er nog een argument voor komt?
Slide 11 - Woordweb
aan welk signaalwoord kun je zien dat er een tegenargument komt?
Slide 12 - Woordweb
welk tegenargument wordt in de tekst aangehaald?
Slide 13 - Open vraag
hoe weerlegt de schrijver dit tegenargument?
Slide 14 - Open vraag
Ik wil opdracht 7
A
samen met kyra maken
B
alleen maken
