Omdat een mening niet te bewijzen is, gebruikt een schrijver argumenten om zijn mening te onderbouwen of aannemelijk te maken. Bij de mening dat mensen vaker de auto moeten laten staan, passen bijvoorbeeld argumenten als: ‘Het zou minder luchtvervuiling betekenen’ en ‘Mensen krijgen zo vanzelf de nodige beweging.’ Signaalwoorden die een argument aangeven zijn bijvoorbeeld: omdat, want, namelijk, immers.