De schrijver
bedoelt letterlijk wat hij schrijft.
1 Salade met geitenkaas is niet echt mijn smaak.
2 Het nieuwe kapsel van Romi is niet echt mijn smaak.
Zin 2 gaat niet letterlijk over smaak, zin 1 wel.
In zin 2 is het stukje over smaak figuurlijk taalgebruik