In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H2 Pruiken en revoluties
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Slide 1 - Tekstslide
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Na deze les..:
Kun je uitleggen wat een revolutie is.
Kun je uitleggen wat een parlement is.
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling §2.1
We beginnen de les met wat herhalingsvragen van de vorige paragrafen.
Slide 3 - Tekstslide
In de tijd van Pruiken en Revoluties had Frankrijk een standenmaatschappij
A
Onjuist
B
Juist
Slide 4 - Quizvraag
Er zijn 4 standen
A
Onjuist
B
Juist
Slide 5 - Quizvraag
Leg uit wat de standenmaatschappij is
Slide 6 - Open vraag
Welke woorden passen bij welke stand?
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Boeren
Adel
Bisschop
Koning
Geestelijken
Rijke burger
Hertog
Handelaar
Paus
Slide 7 - Sleepvraag
De afbeelding hiernaast is een sportprent over de standenmaatschappij. Je ziet drie mannen.
De onderste man moet op zijn handen en knieën de andere twee mannen op zijn rug dragen.
De drie mannen staan voor de drie standen. Welke stand is welk man?
Sleep het nummer van de stand naar de juiste plek in de afbeelding.
1
2
3
Slide 8 - Sleepvraag
De Franse samenleving was ingedeeld in drie standen. Welke groep is geen aparte stand?
A
Geestelijken
B
Rijke burgers
C
Adel
D
De bevolking (geen adel of geestelijken)
Slide 9 - Quizvraag
Hoe heet de manier van regeren van de Franse koning?
A
Resolutisme
B
Radicalisme
C
Fantasisme
D
Absolutisme
Slide 10 - Quizvraag
Wat moest de derde stand doen wat de eerste en tweede stand niet hoefde te doen?
Slide 11 - Open vraag
De adel was de hoogste stand
A
Onjuist
B
Juist
Slide 12 - Quizvraag
De lonen waren laag, de prijzen hoog
A
Onjuist
B
Juist
Slide 13 - Quizvraag
De Verlichting was een politieke partij
A
Onjuist
B
Juist
Slide 14 - Quizvraag
God begon een steeds minder belangrijke rol te spelen
A
Onjuist
B
Juist
Slide 15 - Quizvraag
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Ging dat goed? Hopelijk wel.
Als het wat minder goed ging weet je dat je voor §2.1 nog wat moet doornemen of extra moet oefenen.
Slide 16 - Tekstslide
Koning in geldnood
Rond 1780: koning Lodewijk XVI wil meer belasting heffen
Hiervoor heeft hij toestemming nodig van alle drie standen
Hij roept de standenvergadering bijeen
Slide 17 - Tekstslide
De Staten Generaal
De Staten Generaal was 176 jaar niet meer bij elkaar geweest. De vertegenwoordigers van de drie standen (1200 man) kwamen allemaal naar het Paleis van Versailles.
Slide 18 - Tekstslide
De koning roept Staten-Generaal bijeen. Wat is een Staten-Generaal, denk je?
Slide 19 - Open vraag
Hebben wij in Nederland een Staten-Generaal
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Wij hebben in Nederland ook een Staten-Generaal. Wel een andere dan toen in Frankrijk.
Maar in de Staten-Generaal komen mensen samen die namens het volk beslissingen neemt.
De koning van Frankrijk besluit de Staten-Generaal bij elkaar te roepen. Dat is vreemd want hij is al jaren zelf de baas (absolutisme).
Slide 21 - Tekstslide
Waarom moest hij toch de Staten-Generaal bij elkaar roepen?
Slide 22 - Open vraag
Hoe reageerde de Derde stand hierop en waarom reageerden ze zo?
Slide 23 - Open vraag
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Wat nu volgt is de aantekening van §2.2
Schrijf deze mee in je aantekeningen. Als je het digitaal doet kun je de tekst gewoon kopiëren en plakken.
Slide 24 - Tekstslide
§2.2 Revolutie in Frankrijk
De Franse revolutie begint
1774 Lodewijk XVI (16) koning van Frankrijk
Hij heeft geldnood —> wilt belasting verhogen.
Hij heeft hier toestemming van Staten-Generaal nodig
Derde stand vindt dat zij de beslissingen moeten nemen
—> Ze richtten Nationale vergadering op —> Wilden grondwet schrijven
Koning Lodewijk XVI
Schrijf op:
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Welke gebeurtenis zag je in het filmpje?
A
Bestorming van Versailles
B
Bestorming van Parijs
C
Bestorming van de Bastille
D
Bestorming van de Staten-Generaal
Slide 27 - Quizvraag
De Bestorming van de Bastille wordt ook wel als het begin van de Franse revolutie gezien.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
§2.2 Revolutie in Frankrijk
De Franse revolutie begint
Burgers komen in opstand tegen Standenmaatschappij
Begint met Bestorming van de Bastille
Op 14 juli 1789
Schrijf op:
Slide 29 - Tekstslide
Waarom kwam de bevolking in opstand tegen de Standenmaatschappij?
Slide 30 - Open vraag
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Je hebt nu het eerste stukje van de tekst afgerond.
Ga naar je werkboek en maak opdracht
1. Dit mag online of in je werkboek.
Als je daarmee klaar bent ga je verder met de LessonUp
Slide 31 - Tekstslide
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Dus nu weet je dat het volk in opstand komt tegen de koning en de standenmaatschappij. Ze willen een verandering en wel een hele grote!
Het volk moet meer invloed hebben en de koning en de 1e en 2e stand veel minder.
Ze gaan boos de straat op en gevechten breken uit.
Er ontstaat een revolutie!
Slide 32 - Tekstslide
Wat is een revolutie?
A
Een verandering
B
Een grote verandering
C
Een korte verandering
D
Een lange verandering
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Video
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Politieke veranderingen vanaf 1789
Nationale vergadering schaft privileges 1e en 2e stand af
—> Willen democratische revolutie
= Veranderingen van absolutisme naar democratie
1791 Nieuwe grondwet
Schrijf op:
Slide 35 - Tekstslide
Sleep de uitspraak op de juiste plek
Voor de invoering van de grondwet
Na de invoering van de grondwet
Niemand mocht stemmen
Constitutionele monarchie
Rijke mannen mogen stemmen
De koning is alleen aan de macht
Slide 36 - Sleepvraag
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Politieke veranderingen vanaf 1789
Wat staat er in die grondwet:
- Verkiezingen. Rijke mannen mogen stemmen
- Constitutionele monarchie: de koning houdt zich aan de grondwet
- Iedereen is gelijk
Lodewijk XVI werkte niet goed mee —> onthoofd
Schrijf op:
Slide 37 - Tekstslide
Nederland is ook een constitutionele monarchie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 38 - Quizvraag
Waarom is Nederland ook een constitutionele monarchie?
Slide 39 - Open vraag
§2.2 Revolutie in Frankrijk
Dit is het einde van de uitleg
Nu ga je aan de slag met het huiswerk
Maak van §2.2 opdracht 2 en 3
Ben je klaar met opdracht 2 en 3?
Klik dan op de link hieronder en bekijk de Histoclip over dit onderwerp.