- Wiederholung - Partizip Perfekt + hulpww. haben/sein Gram. A
- die Uhrzeit Gram. B Handbuch 24
- das Fragewort Gram. C Handbuch 22
- das Personalpronomen im 4. Fall Gram. D Handbuch 15, 17 II
- Lektion 5 - Hörfertigkeitsübung 4 "Workshops"
- Macht jetzt selbstständig: Aufg. 1, 2, 5 und 6
- Evaluation.
Slide 3 - Tekstslide
Lernziel:
- je kunt informatie in interviews over muziek verstaan in zowel een tekst als een kijk- en luisterfragment begrijpen en daarbij vragen juist beantwoorden.
- je kunt de vraagwoorden juist toepassen
- je kunt het voltooid deelwoord met het hulpww. haben/sein juist toepassen
- je kunt de kloktijden in het Duits schrijven.
- je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval zetten in combinatie met de voorzetsels van de 4e naamval.
Slide 4 - Tekstslide
Hörfertigkeitsübung 4
Slide 5 - Tekstslide
Wie bilden wir das Partizip Perfekt?
Hilfsverb: haben oder sein NL: hebben en zijn.
Partizip Perfekt (voltooid deelwoord):
ge + stam + t(regelmäßige Verben)
ge + stam + et ( als de stam eindigt op -d of t)
stam + t ( ww. eindigt op -ieren)
Slide 6 - Tekstslide
vormen van de hulpwerkwoorden haben + sein
Haben = hebben sein= zijn
ich habe ich bin
du hast du bist
er/sie es hat er/sie/es ist
wir haben wir sind
ihr habt ihr seid
sie/Sie haben sie/Sie sind
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Das Fragewort
Waar = Wo
Wanneer = Wann
Wie = Wer
Wat = Was
Hoe = Wie
Welke = Welche
Wohin = Waarheen
Woher = waarvandaan
waarom = Warum/ Wieso
Slide 10 - Tekstslide
Voorzetsels 4e naamval
durch = door
für= voor
ohne= zonder
um= om
gegen = tegen
bis= tot
entlang= langs/parallel aan
Ezelsbruggetje: goedbuf
Slide 11 - Tekstslide
1e naamval
ich - ik
du - jij
er - hij
sie - zij
es - het
wir - wij
ihr - jullie
sie - zij
Sie - u
4e naamval
mich - mij
dich - jou
ihn - hem
sie - haar
es - het
uns - ons
euch - jullie
sie - hen
Sie - u
Slide 12 - Tekstslide
Macht jetzt selbstständig: Aufg. 1, 2, 5 und 6
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Hausaufgaben: Lektion 5 Aufg. 1, 2, 5 und 6 machen