Het verhaal speelt zich af in Suriname aan het begin van de twintigste eeuw. De slavernij is afgeschaft en op de plantages werken contractarbeiders uit het toenmalige Brits- en Nederlands-Indië. Een Nederlands echtpaar reist vanuit Middelburg af om leiding te gaan geven aan een koffieplantage maar stuit er op weerstand van een zwarte opzichter, die de werkelijke macht in handen heeft. Het meeslepende verhaal laat complexe menselijke verhoudingen zien, waarbij het niet altijd duidelijk is wie dader is en wie slachtoffer.