4 februari

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Ergon 5
  • Bespreken Hulpboek blz. blz. 47-48, Opdracht 8, 11, 13, 14. 
  • Hoofdstuk 12
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Ergon 5
  • Bespreken Hulpboek blz. blz. 47-48, Opdracht 8, 11, 13, 14. 
  • Hoofdstuk 12

Slide 1 - Tekstslide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Tekstslide

Hulpboek blz. 115
Ergon 5


Slide 5 - Tekstslide

Ergon 5αβγ
  • 1 μέλλεις 
  • πράττειν
  • Hoe zul jij het werk doen voor je zussen?
  • 2 ἐστι
  • παρέχειν
  • De godin van de kunst is in staat om aan de helden wijsheid/slimheid te verschaffen bij/voor het werk.

Slide 6 - Tekstslide

Ergon 5αβγ
  • 3 ἱκετεύομεν
  • σῴζειν
  • Wij smeken de goden dan om de vrouwen snel uit het gevaar te redden.
  • 4 ὀφείλετε 
  • ἔξεστι
  • ἀκούειν
  • Eerst moeten jullie naar mijn woorden luisteren: daarna is het ook voor jullie mogelijk te spreken.

Slide 7 - Tekstslide

Ergon 5αβγ
  • 6 κωλύουσιν
  • ἁρπάζειν
  • De helden verhinderen de Harpijen de maaltijd van de oude man te roven.
  • 6 ἐθέλω
  • παρέχειν
  • 6 Ik wil je geschenken geven in ruil voor jouw hulp.

Slide 8 - Tekstslide

Agamemnon en Achilles


Taalboek blz. 57
Hulpboek blz. 49, opdr. 8, 11, 13, 14.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 8
  • a + b eigen verwerking. 
  • c Agamemnon en Achilles
  • d Agamemnon: alinea 1 en 3, Achilles: alinea 2 en 4.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 11
  • a r. 6-7 παρέχετέ μοι ἄλλο δῶρον
  • b De buit van de vorige rooftochten is al helemaal verdeeld: er is geen geschenk meer over dat Agamemnon zou kunnen krijgen.
  • c Achilles stelt voor om te wachten tot Troje is veroverd: dan kan Agamemnon het driedubbele aan geschenken krijgen.
  • d Agamemnon vindt dat hij te lang moet wachten en eist dan liever nu Briseïs op, de slavin die Achilles bij het verdelen van buit heeft gekregen.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 13a 
  • Agamemnon voelt zich niet gerespecteerd omdat:
  • het niet zo kan zijn dat hij als aanvoerder geen eergeschenk meer heeft en alle anderen wel. Bovendien scheldt Achilles hem uit en gehoorzaamt hem niet.
  • Achilles voelt zich niet gerespecteerd omdat:
  • Agamemnon, die in tegenstelling tot hem in de oorlog niets uitvoert, zijn eergeschenk, het meisje Briseïs van hem wil afpakken.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 13a
  • Apollo voelt zich niet gerespecteerd omdat:
  • zijn priester door door Agamemnon respectloos wordt behandeld en weggejaagd.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 13b
  • b οὐκέτι τιμὴν ἔχω (r.20) Bij het verdelen van de buit mogen de belangrijksten op volgorde de meeste en grootste geschenken kiezen. Het geschenk geeft de waardering/ het respect aan van de anderen. Als aanvoerder heeft Agamamnon recht om als eerste te kiezen en recht op het grootste geschenk. Nu hij zijn geschenk moet inleveren, voelt hij dat voor hem alsof hij ook de waardering van de anderen verliest. Het gaat niet zozeer om het geschenk zelf, maar om de waardering die er achter zit.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 14
  • Agamemnon zit met een boos gezicht op de rand van zijn troon en wil al opstaan. Achilles (rechts) wil zijn zwaard trekken om Agamemnon te doden maar wordt tegengehouden door de godin Athena (herkenbaar aan haar helm). De priester/waarzegger Kalchas (links met baard en rode mantel) houdt met zijn linkerhand Agamemnon tegen.

Slide 15 - Tekstslide

Hektor & Andromache


Taalboek blz. 58
Maak Hulpboek blz. 50, 
opdr. 16, 18, 19.
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 14
  • Agamemnon zit met een boos gezicht op de rand van zijn troon en wil al opstaan. Achilles (rechts) wil zijn zwaard trekken om Agamemnon te doden maar wordt tegengehouden door de godin Athena (herkenbaar aan haar helm). De priester/waarzegger Kalchas (links met baard en rode mantel) houdt met zijn linkerhand Agamemnon tegen.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 16
  • a De stad Troje had enorme bolwerken en de Trojanen kregen hulp van hun bondgenoten.
  • b Hektor was aanvoerder van de troepen omdat zijn vader te oud was. /Hij was een zeer goede vechter en niet bang voor Achilles.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 18
  • naam              helpt de Trojanen     helpt de Grieken   reden
  • Aphrodite     ja                                       nee                         appel van Paris gekregen
  • Apollo             ja                                       nee                         heeft de muren van Troje
                                                                                                            gebouwd
  • Ares                 ja                                       nee                         omdat zijn vriendin
                                                                                                            Aphrodite ook voor de
                                                                                                            Trojanen is

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 18
  • naam              helpt de Trojanen     helpt de Grieken   reden
  • Artemis         ja                                        nee                            omdat haar
                                                                                                               tweelingbroer Apollo                                                                                                                 de Trojanen helpt
  • Athena           nee                                   ja                                appel niet gekregen
  • Hera                nee                                   ja                                appel niet gekregen
  • Zeus               nee                                   nee                             moet neutraal blijven

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 19a
  • a In de alinea ‘Goddelijke bemoeienis’ staat over de inwoners van Troje ‘Ze waren overgeleverd aan τύχη, het lot: het was van te voren al bepaald wie er zou sterven en wanneer.’ Over de stad zelf staat dat de goden ruzie maakten over haar lot: De goden bemoeiden…. verliep.’ En dat Zeus zorgt dat de oorlog volgens τύχη verliep.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 19b
  • b Eigen verwerking. Bijvoorbeeld: de oorlog is volgens de mythe door de goden veroorzaakt, dus is het logisch dat ze zich met het verloop ervan bemoeien. Of: Als alles volgens τύχη verloopt, maakt het dus niets uit of de goden zich met oorlog bemoeien.

Slide 22 - Tekstslide

Hulpboek blz. 116
Aspect. 

Doel: je leert het begrip aspect kennen. 


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Hulpboek blz. 117
Maak Erga 8 en 9.


timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Ergon 8
  • 1 Imperfectum, want het gaat over een situatie die voortduurde: kabouter Spillebeen was een tijdje heen en en weer aan het wippen.
  • 2 Aoristus, want het geeft een verandering in de situatie aan: er gebeurde iets eenmaligs.
  • 3 Aoristus, want het geeft een verandering in de situatie aan: er gebeurde een actie.

Slide 29 - Tekstslide

Ergon 9α
  • 1, 2, 3, 4 imperfectum: achtergrond van het verhaal
  • 5, 6, 7, 8, 10: aoristus: verandering in situatie en actie in het verhaal
  • 9: imperfectum, proces dat gaande was
  • 11: imperfectum: proces dat gaande was
  • 12 en 13 aoristus: verandering in het verhaal / eenmalige handeling
  • Tip: wanneer je de pv verandert in ‘was aan het … ‘ of een ovt, is het duidelijker welk aspect te kiezen.

Slide 30 - Tekstslide

Ergon 9βγ
  • β


  • γ In het Nederlands geven we alles weer in de onvoltooid verleden tijd, terwijl er in het Grieks wel een verschil wordt gevoeld tussen imperfectum en aoristus.





Slide 31 - Tekstslide

Ergon 10
  • α aoristus, omdat het een verandering en een actie beschrijft 
  • β imperfectum, omdat het de achtergrond en gaand proces beschrijft. 
  • γ Niet echt, maar je gebruikt wel ‘ik was aan het wachten’ (imperfectum) en ‘ik was gisteren aan het voetballen (imperfectum), toen ik opeens een meeuw raakte (aoristus). Met andere woorden: voor het Griekse imperfectum gebruiken wij soms wel omschrijvingen.

Slide 32 - Tekstslide

Hulpboek blz. 118: Imperfectum

Doel: je leert de vormen van het imperfectum 
herkennen en vertalen.


Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Hulpboek blz. 119
Maak Ergon 11.


timer
5:00

Slide 38 - Tekstslide

Ergon 11

Slide 39 - Tekstslide

Hulpboek blz. 118: Aoristus

Doel: je leert de vormen van de thematische
aoristus herkennen en vertalen.


Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Hulpboek blz. 119
Maak Erga 15 en 15.


timer
5:00

Slide 46 - Tekstslide

Ergon 14

Slide 47 - Tekstslide

Ergon 15

Slide 48 - Tekstslide

Aan het werk.
  • Leer Hulpboek blz. 156, 1 t/m 12.
  • Leer Hulpboek blz. 140 t/m 148 + 150
  • Lees Taalbloek blz. 59.
  • Maak Hulpboek blz. 51, Opdracht 20, 23, 24. 

Dit is ook huiswerk.

Slide 49 - Tekstslide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 50 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 51 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 52 - Open vraag