Kennisquiz
De eerste fase in de HGW-cyclus is
A
Inventariseren
B
Plannen
C
Waarnemen
D
Begrijpen
1 / 14
Onderdelen in deze les
De eerste fase in de HGW-cyclus is
A
Inventariseren
B
Plannen
C
Waarnemen
D
Begrijpen
Slide 1 - Quizvraag
Aan welke as van het drieslagmodel zit het 'betekenis verlenen'
A
Bovenste as
B
Rechter as
C
Onderste as
D
Linker as
Slide 2 - Quizvraag
Een concrete afbeelding van de werkelijkheid hoort bij de volgende laag van het handelingsmodel
A
Informeel handelen
B
Voorstellen-concreet
C
Voorstellen-abstract
D
Formeel handelen
Slide 3 - Quizvraag
APA?
Uit onderzoek van Ruijssenaars, Van Luit en Lieshout (2004) blijkt dat....
Uit onderzoek van Ruijssenaars, Van Luit en Lieshout (2004) blijkt dat....
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen idee
D
Ik zal de APA-richtlijnen nog eens goed doorlezen
Slide 4 - Quizvraag
Een voorbeeld van horizontale interactie is:
A
Lesgeven op spoor 2
B
Rekenprocesgesprek voeren met een zwakke leerling
C
Toets 1 op 1 afnemen
D
placemat methode als werkvorm toepassen
Slide 5 - Quizvraag
Kennis van de leerlijn
De tafel van 5 wordt in aangeboden in groep
De tafel van 5 wordt in aangeboden in groep
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 6 - Quizvraag
Het EDI-model begint met
A
Activeren van de voorkennis
B
onderwijzen van concept
C
lesdoel benoemen
D
Terugblik vorige les
Slide 7 - Quizvraag
Bij een banende instructie:
A
zijn er meerdere strategieën mogelijk
B
staat de leerkracht centraal
C
Wordt er feedback op het resultaat gegeven
D
is er structuur in de lesopbouw
Slide 8 - Quizvraag
2 kenmerken van effectief rekenonderwijs zijn
A
Voldoende tijd voor rekenonderwijs
B
Alle leerlingen met minimaal 1S van school
C
Minimaal 15 min per dag besteden aan automatiseren
D
Extra tijd voor zwakke rekenaars
Slide 9 - Quizvraag
De opbouw van het handelingsmodel past bij het realistisch rekenen
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Begrip ontstaat naarmate je meer leert en oefent. Dit hoort bij
A
Traditioneel rekenen
B
Realistisch rekenen
C
Bombastisch rekenen
D
A en B zijn beide juist
Slide 11 - Quizvraag
De staartdeling hoort bij
A
traditioneel rekenen
B
realistisch rekenen
Slide 12 - Quizvraag
5:10x100=
A
0,5
B
50
C
0,005
D
0,05
Slide 13 - Quizvraag
Een goed rekenprobleem bevat een rijk rekenprobleem dat horizontaal en verticaal te mathematiseren is. Horizontaal mathematiseren is:
A
De interactie tussen 2 leerlingen
B
vertaling van een concrete situatie naar een rekenopgave
C
Wiskundig oplossen van een opgave op een steeds hoger niveau
D
A, B en C zijn juist
