In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Les: Depressie
Goedemorgen allemaal!
Mevrouw Warsame
Slide 1 - Tekstslide
Lesprogramma van vandaag
De lesdoelen behandelen
Wat is een depressie?
Filmpje: Wat kun je doen voor iemand met een depressie?
Verpleegkundige diagnose
Verpleegkundige interventie
Wat is negatief zelfbeeld?
Filmpje: Positief zelfbeeld opbouwen
Tips aan patiënt --> positief zelfbeeld opbouwen
Casussen klassikaal behandelen --> Wel of niet de juiste interventie?
Slide 2 - Tekstslide
De les doelen
Hoofddoel: Het positieve zelfbeeld bemoedigen bij een patiënt .
Subdoelen
Aan het einde van deze les kennen de studenten de verpleegkundige diagnoses en interventies.
Aan het einde van deze les kunnen de studenten ervoor zorgen dat een patiënt met een negatief zelfbeeld een compliment geeft over zichzelf.
Aan het einde van deze les weten de studenten hoe ze een patiënt met depressie op een positieve manier kunnen aanspreken
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een depressie?
Depressie is een ziekte die gecategoriseerd wordt als een stemmingsstoornis.
Als je depressie betekent het dat je mentaal lijdt. Depressie is een ziekte vol met emoties/gevoelens.
Slide 4 - Tekstslide
Bij een depressie voelt iemand zich een langere tijd somber, een droevige stemming en heeft weinig energie.
Verlies van interesse en niet het vermogen hebben om ergens lang van te genieten.
Slide 5 - Tekstslide
Bij depressie is het belangrijk dat je kijkt naar het stemmingsniveau. Dit kan namelijk per persoon verschillen en dit zorgt ervoor dat een depressie voor iedereen anders is.
Dus is de patiënt met een depressie een beetje verdrietig of erg verdrietig?
Voelt de patiënt met een depressie zich al wekenlang somber? Of wisselt dit zich af?
Slide 6 - Tekstslide
Filmpje: Wat kun je doen voor iemand met een depressie? En wat liever niet?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Noteer 1 tip dat je zojuist in het filmpje hebt gehoord. Wat kun je doen voor iemand met een depressie?
Slide 9 - Open vraag
Verpleegkundige diagnose
Een patiënt die in een depressie zit heeft een negatief zelfbeeld.
Slide 10 - Tekstslide
Verpleegkundige interventie
Je helpt de patiënt met een depressie om zijn of haar sterke kanten/kwaliteiten te herkennen en hierop te gaan richten.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een negatief zelfbeeld?
Slide 12 - Woordweb
Negatief zelfbeeld
Iedereen heeft weleens last van onzekerheid over hoe je bij andere overkomt, wat je doet of hoe je je gedraagt.
Maar als deze onzekerheid de meeste invloed op je heeft en de negatieve gedachtes je geest gaan domineren --> Dan heb je last van een negatief zelfbeeld.
Slide 13 - Tekstslide
Je hebt weinig vertrouwen in jezelf of je haalt jezelf telkens naar beneden.
Je bent niet trots op jezelf.
Je bent erg gevoelig voor kritiek van andere.
Het voelt alsof andere beter dan jou zijn.
Slide 14 - Tekstslide
Filmpje: Positief zelfbeeld opbouwen
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Na het bekijken van de vorige video. Welke drie tips kan je meegeven aan een patiënt met een depressie?
Slide 17 - Open vraag
Nog een aantal tips dat je kan meegeven aan een patiënt met een depressie
Vraag aan vrienden/kennissen/familie om iets positiefs over jou op te schrijven.
Probeer om iedere dag voor de spiegel jezelf een compliment of iets liefs tegen jezelf te zeggen.
Maak een lijstje voor jezelf met positieve kwaliteiten over jezelf.
Slide 18 - Tekstslide
Klassikale opdracht
In de volgende dia's lezen jullie de volgende casussen. Het is bedoeling dat jullie gaan aangeven of de begeleider van de patiënt goed aan het handelen is.
Slide 19 - Tekstslide
Casus 1
Mevrouw Janssen vertelt dat ze zich erg eenzaam voelt en dat ze het gevoel heeft dat alles tegen zit.
Dit is de reactie van de begeleider:
'Mevrouw Janssen, ik vind het erg vervelend dat je nog steeds in je negatieve denkwereldje blijft hangen. Houd daarmee op! Dit is helemaal niet goed en zo ga je niet beter worden.'
Slide 20 - Tekstslide
Heeft de begeleider goed gehandeld?
A
Ja het is goed dat de begeleider meegaat in het negatieve zelfbeeld van mevrouw Janssen.
B
Nee het is niet goed dat de begeleider meegaat in het negatieve zelfbeeld van mevrouw Janssen.
Slide 21 - Quizvraag
Dit was inderdaad NIET de juiste interventie. Als je meegaat in het negatieve zelfbeeld van de patiënt , blijft de patiënt deze negatieve gedachtes hebben.
Slide 22 - Tekstslide
Casus 2
Mevrouw Jansen vertelt dat ze zich erg eenzaam voelt en dat ze het gevoel heeft dat alles tegen zit.
Dit is de reactie van de begeleider:
' Ja ik snap het je gevoel hebt dat alles tegenzit. Je kinderen zijn al een tijdje niet langsgekomen, daarnaast is je moeder laatst overleden. Ik snap volkomen dat jij je alleen voelt!'
Slide 23 - Tekstslide
Heeft de begeleider goed gehandeld?
A
Ja het is goed dat de begeleider meegaat in het negatieve zelfbeeld van mevrouw Janssen.
B
Nee het is niet goed dat de begeleider meegaat in het negatieve zelfbeeld van mevrouw Janssen.
Slide 24 - Quizvraag
Dit is ook NIET de juiste interventie. Door op een boze manier mevrouw Janssen te benaderen, zal zij zich niet gehoord en onbegrepen voelen. Daarnaast heb je de kans bij zo'n benadering dat mevrouw Janssen ook boos terug gaat reageren.
Slide 25 - Tekstslide
Evaluatie
Bedankt voor jullie aandacht!
Wat gaan jullie doen? Schrijf in je logboek of schrift:
Wat vond je van de les?
Zijn de les doelen volgens jou behaald? Ligt dit toe.