Negatief zelfbeeld

Wat gaan we doen vandaag?
Behandelen verpleegkundige diagnose: Negatief zelfbeeld.

Interventie:
Help de patiënt om zijn sterke kanten en presentaties herkennen en zich hierop te richten. 

Doel van de les: 
Stimuleer de patiënt zijn sterke kant te herkennen.

Subdoelen:
Aan het einde van de les weet de student wat een negatief zelfbeeld is.
Aan het einde van de les weet de student wat de belangrijkste actieve hersendeel is wanneer je aan jezelf denkt.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
Behandelen verpleegkundige diagnose: Negatief zelfbeeld.

Interventie:
Help de patiënt om zijn sterke kanten en presentaties herkennen en zich hierop te richten. 

Doel van de les: 
Stimuleer de patiënt zijn sterke kant te herkennen.

Subdoelen:
Aan het einde van de les weet de student wat een negatief zelfbeeld is.
Aan het einde van de les weet de student wat de belangrijkste actieve hersendeel is wanneer je aan jezelf denkt.

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik op de vorige les.
Vorige week hebben we besproken wat het dsm-5 model is en waarvoor het gebruikt wordt.
We hebben besproken wat een interventie is.
We hebben het ziektebeeld schizofrenie besproken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een negatief zelfbeeld?
Het zelfbeeld is het beeld wat je van jezelf hebt. Dit betekent niet dat dit ook een afspiegeling is van de realiteit en dus niet dat je ook daadwerkelijk zo bent. Het kan ook zijn dat het beeld wat je van jezelf helpt negatief is. Je bent onzekerheid over wat je doet, hoe je presteert, hoe je overkomt of hoe je je gedraagt; iedereen heeft het weleens. Maar als deze onzekerheid doorslaat, en de negatieve gedachten in jouw hoofd de overhand nemen, heb je last van een negatief zelfbeeld. Je hebt het gevoel niets te kunnen, bent niet trots op jezelf en bekritiseert jezelf voortdurend. Het voelt alsof anderen altijd beter zijn dan jij, en de dingen die minder goed gaan krijgen meer aandacht dan de dingen die goed gaan. Je bent ook erg gevoelig voor kritiek van anderen – wat jij wilt is namelijk bevestiging.

Slide 3 - Tekstslide

Filmpje kijken.
Bekijk het filmpje tot 07:20 minuten.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste actieve hersendeel wanneer je aan jezelf denkt?

Bekijk  het gehele filmpje in de eerstvolgende dia.
Maak notities, er volgen over dit filmpje quizvragen.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf in een half a4 hoe jouw zelfbeeld is. verwerk hierin de volgende vragen:

Wat zie je wanneer je in de spiegel kijkt? 
Hoe werk jij aan je zelfbeeld?
Op welke manier heeft jouw opvoeding en de omgeving waarin je bent opgegroeid invloed gehad op jouw zelfbeeld?
Heeft een negatieve opmerking van iemand invloed op jou zelfbeeld gehad? zo, ja op welke manier. Zo, nee waarom laat jij je niet beïnvloeden door andere?
Hoe komt het dat jouw zelfbeeld zo is zoals het is?






Slide 6 - Tekstslide

Casus
Fatima is al 12 jaar verpleegkunde. Gedurende haar carrière als verpleegkunde heeft ze op verschillende afdelingen gewerkt. Tegenwoordig werkt zij al 8 jaar als verpleegkundige binnen de psychiatrische sector.
Sara is een client van Fatima. Fatima helpt sara met haar negatieve zelfbeeld. Sara's grootste droom is om als chefkok te werken in een restaurant. Sinds jongs af aan heeft zij met haar moeder in de keuken gestaan. Van bezoek kreeg zij vaak complimenten over haar kookkunsten en zelf was ze der ook tevreden over.  Zij was zelfverzekerd over haar talent en besloot te gaan werken in een restaurant. Tijdens haar werkperiode in het restaurant werd zij dagelijks gepest door haar collega, de 20 jaar ervarend hoofdchefkok. De 20 jaar ervarend hoofdchefkok, maakte opmerkingen als: houd jij het maar bij koken met je moeder, Ik zit al 20 jaar in het vak en ik kan hierom zeggen wanneer iemand talent heeft of niet, en jij hebt het niet.Door de pesterijen heeft Sara ontslag genomen als rede gaf zij aan dat zij zichzelf niet goed genoeg vind om te werken in het restaurant, ze geeft aan dat ze het idee heeft dat ze door haar andere collega's uitgelachen wordt. En dat zij het idee heeft dat zij  haar  niet willen hebben op de werkvloer. Ze voelt zich schuldig dat zij hun tot last is en de werksfeer verpest. Ondanks dat geen van de andere collega's haar uitgelachen heeft of tegen haar gezegd hebben haar niet te willen op de werkvloer, dit dacht en denkt zij nog bijna elke dag. Zij gelooft door de opmerkingen van de hoofdchefkok  dat zij niet goed genoeg  is en neemt ontslag om ruimte vrij te maken voor iemand die dit werk wel waardig is.  Ze voelt zich schuldig dat ze überhaupt dacht dat zij goed genoeg  was om in een restaurant te werken. 






Slide 7 - Tekstslide

Diagnose 
Volgens het criteria voor depressieve stoornis DSM-5 bij een negatief zelfbeeld:
Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens die het karakter van een waan kunnen hebben, bijna elke dag ( niet alleen zelfverwijt of schuldgevoelens).

Diagnose: Sara heeft duidelijk een negatief zelfbeeld gecreëerd,  omdat zij bijna elke dag het idee heeft dat haar andere collega's haar uitlachen, niet willen hebben op de werkvloer en dat zij zich schuldige voelt omdat zij de werksfeer verpest, het is slechts een idee en dus niet iets wat feitelijk is waargenomen of daadwerkelijk gebeurd. Deze ideeën zijn dus eigenlijk een waan. 

Ook heeft zij een gevoel van waardeloosheid, omdat zij ruimte vrij wilt maken door ontslag te nemen voor iemand die het werk wel waardig is. Zij vindt zichzelf dus niet waardig genoeg om in het restaurant te werken.  

Slide 8 - Tekstslide

Plan van aanpak Fatima bij Sara
Middels interventie: Help de patiënt om zijn sterke kanten en presentaties herkennen en zich hierop te richten. Besteed zo min mogelijk aandacht aan ( echt of vermeend ) falen in het verleden.
Ik (Fatima) vertel Sarah dat het verleden geweest is. Elk seconden besteed aan het analyseren, erover piekeren, praten is een verspilde seconden. Ik geef aan dat ik geen gesprekken met haar hierover ga houden. Sterker nog als zij erover begint dan houd ik mijn antwoord kort en laat ik haar de situatie via een positieve blik bekijken. Door met positiviteit te reageren. Haar verleden is geweest en het enige wat ze er nu mee kan doen is er lering uit trekken. Rekening mee houden dat 98% van de gesprekken niet over het verleden gaan maar over haar  sterke kanten en het herkennen van haar presentaties en zich hierop richten. De gesprekken over het verleden houd ik alleen met haar als ik zie dat zij er sterk doorheen ziet en behoefte heeft om haar hart te luchten. Dit doe ik, omdat ik anders haar aandacht kwijt ben en het is toch wel menselijk om dit toe te laten.
Vervolgens leer ik Sarah inzien dat zij wel sterke kanten heeft door haar verschillende kook werkzaamheden te laten uitvoeren. Op haar prestatie, werkwijze en werkhouding complimenteer ik haar. Ik laat haar inzien dat zij wel bekwaam is door haar te confronteren met haar eigen prestaties.  De confrontatie met haar prestatie is bewijs dat zij degelijk wel sterke kanten heeft. 



Slide 9 - Tekstslide

Waarom voor deze aanpak gekozen?


Omdat in principe komt een negatief zelfbeeld voort door o.a. slecht praterij over jezelf. en hoe kan je slecht praterij het beste waardeloos maken? door het tegendeel te bewijzen. Hoe kan je jouw sterke kanten het beste herkennen? door het uit te voeren en niet door er over na te denken.  Door het te ervaren en te doen creër je actief een eigen inzicht.

Natuurlijk kan het zo zijn dat er in het proces mislukte prestaties zullen ontstaan voor de eindprestatie, dan is het aan mij als verpleegkundige om deze mislukte prestatie vanuit een positieve blik te laten zien. Want proberen is al iets positiefs vooral als je een negatief zelfbeeld hebt en een goed resultaat hoeft niet direct de eerste keer. De babystappen complimenteren en de mislukkelingen niet zien als mislukkelingen maar als een proces. Hier ligt de basis in. 

Slide 10 - Tekstslide

wat is een negatief zelfbeeld?
A
onzekerheid en negatieve gedachten nemen de overhand
B
negatief denken over wat je in de spiegel ziet
C
negatief oogsterkte hebben
D
juiste antwoord staat er niet tussen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste actieve hersendeel wanneer je aan jezelf denkt?
A
prefrontale cortec
B
frontale cortex
C
midden van het frontale cortex
D
midden van het prefrontale cortex

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord valt volgens dsm-5 niet onder het criteria van een negatief zelfbeeld?
A
gevoel van waardeloosheid
B
hallucineren
C
onterechte schuldgevoelens
D
onzekerheid

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is het beter om de eigen prestaties te herkennen door het te uit te voeren.
A
Omdat je dan geconfronteerd wordt met je eigen talent en hierdoor direct inzicht krijgt.
B
omdat je dan actief bezig bent met het uitvoeren van je talent
C
Alle antwoorden zijn juist
D
Omdat je op deze manier het tegendeel van je gedachte dat je het niet kan bewijst. Ondanks dat je wellicht babystappen maakt dat hoort bij het proces.

Slide 14 - Quizvraag