Schrijven/formuleren-Interview uitwerken Mavo 2

Wat gaan we doen?
-Bespreken, wat jullie nog weten van de vorige les, interview houden.

-Huiswerk doornemen en bespreken: welke 8 vragen hebben jullie opgeschreven bij opdracht 3 blz. 16?


Afmaken opdracht 3 interview houden





1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
-Bespreken, wat jullie nog weten van de vorige les, interview houden.

-Huiswerk doornemen en bespreken: welke 8 vragen hebben jullie opgeschreven bij opdracht 3 blz. 16?


Afmaken opdracht 3 interview houden





Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les is,

dat jullie een interview kunnen houden en uitwerken m.b.v. een stappenplan



Korte herhaling van de theorie blz. 15 interviewen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Nu eerst opdracht 3 blz.16  Interview houden

Vorm drietallen

1=de held en beantwoordt de vragen

2= de interviewer, stelt de 8 vragen en vraagt door

3= de observeerder, die noteert m.b.v. theorie van blz.15 wat goed en minder goed gaat


Kies iemand als observeerder die netjes schrijft, kopieer de tekst want dit interview moeten jullie straks uitwerken bij opdracht 6 blz. 20

Schrijven en formuleren 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Na afloop van een interview kun je je aantekeningen of geluidsopname uitwerken tot een tekst:





Noem in de eerste alinea het onderwerp en met wie je hierover hebt gesproken.




Schrijf in de volgende alinea(’s) wat er over het onderwerp gezegd is.



Gebruik daarvoor verschillende manieren:



Omschrijf wat de geïnterviewde gezegd heeft. Bijvoorbeeld:



Volgens Jesse is Wolverine uit de X-Men de gaafste superheld





Slide 8 - Tekstslide

.

Schrijf precies op wat de geïnterviewde gezegd heeft.

Zet dat (citaat) tussen aanhalingstekens.



 Bijvoorbeeld:

Loïs vroeg: ‘Wat vond jij van de film?’

‘Ik vond de film wat langdradig,’ antwoordde Clark.


Gebruik volledige, begrijpelijke zinnen.


Zet een passende titel boven je tekst

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Zijn er nog vragen over deze les?


Heeft iedereen de uitleg begrepen?

Slide 22 - Tekstslide

Nu zelfstandig aan de slag

Wat nu?

 Lees  nog even de theorie door op blz. 17


Opdrachten maken  2 t/m 4 blz. 17-18  ca. 20 minuten

Bespreken opdrachten en evaluatie-opdracht.








Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd

Wat moet je onthouden, is belangrijk?
 
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?



Slide 25 - Tekstslide

Deze les gaan we 2 teksten vergelijken.


Doel van de les: je weet hoe je een tekst moet controleren

Slide 26 - Tekstslide

Als je een tekst geschreven hebt, controleer je hem nogmaals. Gebruik daarbij


verschillende hulpmiddelen: je woordenboek,woorden.org of woordenlijst.org en de


spellingcontrole van Word.


Zo controleer je je tekst:


Bekijk je tekst en vraag je af:


Ben ik niets vergeten?


Is de volgorde van mijn zinnen goed? Verbeter wat fout of onduidelijk is.



Controleer de spelling van elk woord.

Let ook op hoofdletters, punten en andere leestekens




Laat tot slot je tekst ook nog door iemand anders controleren.

Slide 27 - Tekstslide



Opdracht 5





Tekst Autobrand





Autobrand bij tankstation, held voorkomd erger



Toen het blussen niet wilde
lukken rende de man naar binnen om te vragen of 112 al was gebeld. De
medewerker antwoordde; 'Nee, ik help eerst even deze klanten!' De man
adviseerde om toch NU maar te gaan bellen omdat een brandende auto op dit
terrein, een tankstation toch echt gevaarlijk is!



woensdag 22 december was een
inwoner van spijkenisse aan het tanken bij dc-berkel aan de maaswijkweg toen
hij zag dat er rook onder een motorkap uitkwam van een daar staande auto. ook
zag hij dat er twee kinderen op de achterbank zaten. hij bedacht zich geen
moment en haalde de twee kinderen uit de auto.



Gelukkig is de kazerne van de
brandweer om de hoek en waren de brandweerlieden snel ter plaatse, maar toch
raakte de auto volledig uitgebrand, maar wel is voorkomen dat de brand zich
verder kon verspreiden en de geschrokken moeder is haar held de volgende dag
persoonlijk gaan bedanken.



De moeder van de kinderen kwam
op dat moment het tankstation uitlopen met een brandblusser. De man riep naar
het personeel van het tankstation dat ze direct 112 moesten bellen.



Naar: www.vpinfo.nl, 24 december 2010



Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd? Wat moet je onthouden? Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Opdracht: in 2 tallen=
 Bespreek met je klasgenoot wat er tijdens deze les is geleerd

Wat moet je onthouden, is belangrijk?
 
Hoe vertel je dit aan een leerling van een andere klas?

Wat was het doel van de les en is het doel bereikt?



Slide 31 - Tekstslide