verkeer

verkeer
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
TransportMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

verkeer

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Weerbaarheid

Slide 16 - Tekstslide

Balans

Slide 17 - Tekstslide

Wat kan ons uit balans brengen?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Video

Bij conflicten spelen ..... vaak een hele grote rol
A
agressie
B
emoties

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn emoties?
Een emotie is een innerlijke beleving of gemoedsbeweging als vreugde, angst, boosheid, verdriet dat door een bepaalde situatie wordt opgeroepen of spontaan kan optreden. 

Emoties zijn subjectieve belevingen en gaan samen met lichamelijke reacties en gezichtsuitdrukkingen en gedrag.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een valkuil van emoties?
A
Dat mensen hun verstand niet meer gebruiken
B
Dat mensen goed gaan nadenken over de situatie
C
Dat mensen even weglopen om er op een later moment weer op terug te komen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is 'vaak' het verschil in de manier van emoties tonen van mannen en vrouwen?
Hoe komt dit?

Slide 24 - Woordweb

Mannen/ jongens

Testosteron 
Boosheid
Vaak kort en heel krachtig


Voor beide geldt:
Hoe lager de SES/ alcohol/ drugs/ 
hoe minder verstand er wordt gebruikt en des te meer emotie.. 


Vrouwen/ meisjes

Oestrogeen
Verdriet
Kan lang duren


Voor beide geldt:
Hoe lager de SES/ alcohol/ drugs/ hoe minder verstand er wordt gebruikt en des te meer emotie.. 

Slide 25 - Tekstslide

Emoties op stage of op straat

Slide 26 - Tekstslide

Wat is jouw rol?
Is het tegen jou gericht?
Is het tegen de organisatie gericht waar jij werkt?
Is het tegen iemand anders gericht waar jij bij staat?

Niet tegen jou? Dan bemiddelen
Wel tegen jou? Ga de- escaleren 

Slide 27 - Tekstslide

Escaleren 
Is het stap voor stap ernstiger (laten) worden van een situatie, waardoor zo'n toestand ontstaat dat je niet meer terug kan.




Slide 28 - Tekstslide

De- escaleren
Als je escalatie wilt voorkomen, moet je er voor zorgen vroegtijdig signalen van opbouwende spanning bij jezelf of je cliënt te herkennen en hier op te reageren.


Slide 29 - Tekstslide

2

Slide 30 - Video

00:46
Dit is het punt waarop ze haar zin niet krijgt.. 

Of ze accepteert het

Of ze gaat stennis schoppen

Slide 31 - Tekstslide

02:00
Dit is het punt dat er een grens doorbroken wordt

Slide 32 - Tekstslide

Was jouw grens ook bereikt in deze casus? Wat had Jan anders kunnen doen in jouw ogen?

Slide 33 - Woordweb

Je bent wie je bent
Hoe zien anderen je en welke reputatie heb je?

Wat straal je uit? Verlegen/ zelfverzekerd/ groot/ klein/ man/ vrouw/ stoer/ zacht. (Jongensklassen en meidenklassen).

Met wie heb je te maken? Vanuit de cultuur niet hoeven luisteren naar vrouwen.

Ben jij je bewust van je lichaamstaal? 


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Tekstslide

loskomen en waar naartoe in geval van gevaar


Praktijkopdracht 

Slide 37 - Tekstslide