Omrekenen breuken <-> decimalen

Verhoudingen les 1 t/m 3
Lesdoel:
Oefenen met 
omrekenen breuken <-> decimalen (1)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verhoudingen les 1 t/m 3
Lesdoel:
Oefenen met 
omrekenen breuken <-> decimalen (1)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we oefenen?
1/2=  0,5
1/4 =  0,25
1/8 =  0,125
etc!

Slide 2 - Tekstslide




Lessonup app op je mobiel 

Slide 3 - Tekstslide

Op je mobiel installeren  Lessonup app

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Omrekenen van decimalen naar breuken
Bij 1 decimaal (cijfer achter de komma) spreken we van een tiende deel. 
0,1 = 1/10      0,2 = 2/10 
Vereenvoudigen (zo klein mogelijk schrijven van een breuk)
Van de breuk 2/10  je de teller en de noemer van een breuk  delen door  2 
2/10 = 1/5
Bij een 2 decimalen spreken we van een  honderdste deel. 
0,25 = 25/100 = 1/4
0,60 = 60/100 = 3/5

Slide 8 - Tekstslide

0,75 = __/__
A
4/3
B
75/100
C
75/4
D
3/4

Slide 9 - Quizvraag

0,45 = __/___?
A
9/20
B
19/20
C
55/100
D
45/100

Slide 10 - Quizvraag

0,80 = __/__
A
8/100
B
80/100
C
8/10
D
4/5

Slide 11 - Quizvraag

0,36 = ___/___?

Slide 12 - Open vraag

35/100 = 0,..........?
A
0,035
B
0,35100
C
0,135
D
0,35

Slide 13 - Quizvraag

Omrekenen van breuken naar decimalen
Als je van een breuk een decimaal wilt maken, moet je zorgen dat de noemer van de breuk  een veelvoud van tien wordt (10, 100, 1000, 10.000, etc)

1/25 = 4/100 = 0,04 (we spreken van 4-honderdste deel)
(noemer en teller vermenigvuldigen met 4)

3/5 = 6/10 = 0,6  (we spreken van 6-tiende deel)
(noemer en teller vermenigvuldigen met 2)

3/8 = 375/1000 = 0,375 (we spreken van 375-duizendste deel)
(noemer en teller vermenigvuldigen met 125)

Slide 14 - Tekstslide

1/25 = 0,__ ?
A
0,4
B
0,04
C
0,25
D
0,025

Slide 15 - Quizvraag

1/5 = 0,..........?
A
0,5
B
0,05
C
0,2
D
0,02

Slide 16 - Quizvraag

3/20 = 0,____?
A
0,3
B
0,03
C
0,60
D
0,15

Slide 17 - Quizvraag

1/8 = 0,_____?

Slide 18 - Open vraag

Wat heb je geleerd
van deze les?

Slide 19 - Woordweb

Geef een tip en een top over deze les!

Slide 20 - Open vraag