Opdracht 2
2. Als je gaat karten, moet je beschermende kleding dragen. Bij een botsing kun je anders levensgevaarlijk gewond raken. Je kunt hersenletsel oplopen. Je kunt ook een nek- of rugwervel breken.
2.
- Vraag je af of je ergens in de redenering het signaalwoord ‘want’ kunt plaatsen: dat duidt op verband met een blokje in een lagere rij.
- Kijk of je ergens een signaalwoord voor opsommend verband
kunt invoegen: dat duidt op verband tussen blokjes
in dezelfde (horizontale) rij.