Les 4 confronteren, argumenten en tegenwerpingen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Even terugblikken op vorige week
Vorige week hebben we de onderstaande zaken behandeld:
  • Open en gesloten vragen stellen
  •  keuzevragen, directe/indirecte vragen, suggestieve vragen
  • en trechteren
Wat weten we er nog van?

Slide 2 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een gesloten vraag

Slide 3 - Woordweb

Geef een voorbeeld van een open vraag

Slide 4 - Woordweb

Een voorbeeld van een directe vraag is
A
Wilt u met de pin betalen?
B
Wat zijn de problemen met uw hond

Slide 5 - Quizvraag

Een suggestieve vraag stuurt de klant naar het antwoord ja of nee
A
Dit is juist
B
Dit is onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is doorvragen belangrijk?
A
Dan weet je beter wat de klant wil
B
Dan voorkom je dat een klant achteraf ontevreden is
C
Dan kun je meer verkopen
D
Dan lijkt het of je interesse hebt

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht vorige week
  • Lezen uit het studieboek hoofdstuk 2.4 
  • Maken in het werkboek hoofdstuk 2.4 
  • Voor volgende week vast lezen in het studieboek hoofdstuk      2.5 en 2.6

Hebben jullie hier nog vragen over?

Slide 8 - Tekstslide

case uit de digitale module

Maak nu online de opdracht een verkoopgesprek uit de module communicatie met klanten en verkooptaken voor dierverzorgers (van Annimalis) 

https://greeny.degroenewereld.nl/Case/13444

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

confronteren
Je weet (als je goed hebt doorgevraagd) nu de wensen en het koopmotief van de klant.

Dus kun je nu de klant een voorstel doen met het product of de dienst die precies aansluit met wat de klant wil (confronteren)

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kun je precies aansluiten bij de wensen en het koopmotief

Slide 12 - Woordweb

De verkoop door demonstreren en argumenteren

Je doet een aanbod aan de klant voor het product dat voldoet aan de wensen en koopbehoefte van de klant:
  • Je "demonstreerd het product" 
  • Je maakt hierbij gebruik van de productkennis die je hebt
  • Je zorgt ervoor, dat de argumenten die je gebruikt,     aansluiten bij de wensen van de klant 

Slide 13 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Spreek in begrijpelijke taal en controleer of de klant het ook goed begrepen heeft (stel eventueel een controlevraag)
  • Zorg dat het advies aansluit bij de wensen en koopmotieven
  • Formulier de argumenten op een positieve manier
  • Kraak vergelijkbare artikelen (van bijvoorbeeld de concurent) niet af, deklant zal dit negatief ervaren of, als jouw aanbod niet past niet in willen gaan op een ander aanbod.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1
 Lees hoofdstuk 2.5 uit het tekstboek
Bedenk een voorbeeld van een verkoopgesprek, waarin jij een product uitlegt aan de klant en hierbij gebruik maakt van de kennis over het product.
(bereid je goed voor, want je gaat dit gesprek straks ook echt uitvoeren, schrijf dus voor jezelf een en ander in steekwoorden op)



Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2
We maken groepjes van 3:
  • Klant
  • Verkoper
  • Observator

Je voert nu 3 verkoopgesprekken, waarbij je iedere keer van rol wisseld (en maakt daarbij gebruik van de voorbereiding in opdracht 1)

Slide 16 - Tekstslide

Welke tegenwerpingen kun je allemaal verwachten in een verkoopgesprek?

Slide 17 - Open vraag

Wat doe je met tegenwerpingen
  • Stel je open voor de bezwaren (laat dit verbaal en non-verbaal zien)
  • Zorg ervoor, dat je het bezwaar begrepen hebt door gebruik te maken van de LSD techniek
  • Reageer niet geïrriteerd en ga niet in discussie
  • Neem het bezwaar serieus en beweeg met de klant mee
  • Laat zien dat je er voor de klant bent

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Opdracht 3
Lees hoofdstuk 2.6 op blz 42 

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 4
  • Je gaat weer verder in dezelfde groepjes
  • Je voert de verkoopgesprekken opnieuw, maar nu gaat de klant een tegenwerping opvoeren (dus nog even bedenken).
  • De verkoper maakt gebruik van de richtlijnenen overtuigingstechnieken om tot een oplossing te komen
  • De observator noteert weer 2 tops en 1 tip.

Slide 21 - Tekstslide