Instructie IVK

Instructie IVK
Onderzoek Mevrouw Slagter
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Instructie IVK
Onderzoek Mevrouw Slagter

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Voorkennis;
2. Lesdoelen;
3. Wat is IVK?
4. Hoe werkt IVK?
5. Hoe pas ik IVK toe?
6. Toepassen;
7. Afsluiting.

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
- Heb je ooit heel goed geleerd voor een toets, maar een onvoldoende gekregen omdat je de vragen niet begreep?

- Hoe was dat?
- Was dat lastig voor je? Waarom wel/niet?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan IVK toepassen op toetsvragen;
  • Ik kan vertellen wat instructiewoorden zijn;
  • Ik kan vertellen wat vraagwoorden zijn;
  • Ik kan vertellen wat kernwoorden zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is IVK?
Met IVK kun je vragen in toetsen beter beantwoorden.

IVK kun je bij alle vakken toepassen, zoals wiskunde, geschiedenis, biologie, NASK etc...

Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt IVK?
Bij IVK ga je woorden in een vraag markeren. Zo weet je wat je moet doen en vergeet je niks.

Dit doe je door op zoek te gaan naar de instructie-, vraag- en kernwoorden in de zin.

Slide 6 - Tekstslide

Instructiewoorden
Deze woorden kunnen overal in de opdracht staan, soms staan ze apart vermeld op een bladzijde. Ze kunnen een ander lettertype hebben en/of cursief of vetgedrukt zijn. Het zijn woorden die vertellen wat je moet doen:  

Waar je een antwoord kan vinden | Waar/hoe je je antwoord moet opschrijven.


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden instructiewoorden

Voorbeelden van instructiewoorden: 
- Gebruik bron 1
- Omcirkel het juiste antwoord
- Doe het zo...
- Documenteer je
- Leg uit
- Zet in kolommen
- Licht toe

Slide 8 - Tekstslide

Vraagwoorden
Deze woorden staan meestal vooraan in de vraagzin. Ze geven aan wat voor soort antwoord je moet geven.

Voorbeelden van vraagwoorden:  
        - Wie = een persoon;
        - Waar = plek;
        - Wanneer = een tijd;
        - Waarom = een reden.

        - hoeveel = een aantal 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden vraagwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Kernwoorden
Zijn woorden die bij het vak horen, de theorie.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden kernwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Hoe pas ik IVK toe?
1. Lees de vraag door (1 tot 3 keer);
2. Markeer de instructiewoorden;
3. Markeer de vraagwoorden;
4. Markeer de kernwoorden;

5. Verwoord (in je hoofd) wat er van je wordt gevraagd.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Blauwe stift: begin met de IVK methode vraag 1 en 2 oegenen

Bruine stift: ga verder met de opdrachten uit het boek. 

Na 10 minuten wissel. IN STILTE!!
stopwatch
00:00

Slide 15 - Tekstslide