In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De ‘gedecentraliseerde eenheidsstaat’ is:
A
Provincies en gemeenten zijn autonoom
B
Provincies en gemeenten zijn afhankelijk van de landelijke overheid
C
Provincies en gemeenten hebben een eigen (beperkte) wetgevende bevoegdheid
D
De gekozen organen controleren het bestuur
Slide 4 - Quizvraag
Wat is geen onderdeel van de wetgevende macht?
A
Gemeenteraad
B
Tweede kamer
C
Regering
D
Algemeen bestuur
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Noem 3 bestuursorganen die wetgevende bevoegdheid hebben:
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
De algemeen plaatselijke verordening is een
A
wet in formele zin
B
wet in materiele zin
C
geen wet
D
een beschikking
Slide 12 - Quizvraag
De AWB is een:
A
wet in formele zin
B
wet in materiele zin
C
geen wet
D
een beschikking
Slide 13 - Quizvraag
De Alcoholwet is een:
A
wet in formele zin
B
wet in materiele zin
C
geen wet
D
een beschikking
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat is attributie?
A
De indirecte toekenning van wetgevende bevoegdheid.
B
De directe toekenning van wetgevende bevoegdheid.
C
Delegatie van wetgevende bevoegdheid.
Slide 18 - Quizvraag
De Gemeenteraad geeft op basis van artikel 156 van de Gemeentewet bepaalde bestuurlijke en wetgevende taken aan het college of aan een bestuurscommissie. Bevoegdheid en verantwoordelijk worden overgedragen. Wat is dit?
A
Mandaat
B
Attributie
C
Delegatie
D
Congruentie
Slide 19 - Quizvraag
De ambtenaar mag besluiten maken namens de burgemeester. Wat is dit?
A
Mandaat
B
Attributie
C
Delegatie
D
Congruentie
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Wie heeft de wetgevende bevoegdheid binnen de provincie?
A
Gedeputeerde Staten
B
Provinciale staten
C
Gemeenteraad
D
Dagelijks bestuur
Slide 24 - Quizvraag
Wie heeft de bestuurlijke/uitvoerende bevoegdheid binnen de provincie?
A
Gedeputeerde Staten
B
Provinciale staten
C
Gemeenteraad
D
Dagelijks bestuur
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde van de totstandkoming van een gemeentelijke verordening?
A
Voorstel lid, wensen B&W, ontwerp, wijzigingen raad aanvaarden of verwerpen raad, stemmen raad, bekend maken in digitaal gemeenteblad
B
Voorstel lid, ontwerp, wijzigingen raad, wensen B&W, stemmen raad, aanvaarden of verwerpen raad, bekend maken in digitaal gemeenteblad