Creatief schrijven + Bronnen vinden

Zoekstrategieën / bronnen vinden

Herkenbaar?
Herkenbaar?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zoekstrategieën / bronnen vinden

Herkenbaar?
Herkenbaar?

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
-Secundaire bronnen (literatuur) zoektips.
-Don'ts
-Primaire bronnen: groter dan geschiedenis

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Taalgebiedopdracht
1.Vertaal je pws-onderwerp naar het Engels/Frans/Duits/ een andere taal die je kunt lezen.
2. Vind 3 bronnen die aansluiten en noteer ze.
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik aanhalingstekens in je zoekterm.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Sneeuwbalmethode-opdracht
1. Pak een gebruikt artikel
2. Ga opzoek naar een gebruikte alinea.
3.Welke titel staat in de voetnoten?
4.Zoek nu deze titel op

Slide 10 - Tekstslide

Don'ts
-Wikipedia
-Wikikids
-Blogs (of dit is je onderwerp)

Slide 11 - Tekstslide

Primaire bron (uit de tijd zelf)
1. Denk eens aan een interview, dit maakt jouw pws sowieso uniek.
2. Doe je iets met geschiedenis en vind je het moeilijk archieven te vinden?
stuur dan een email naar:p.buenodemesquita@arentheemcollege.nl

Slide 12 - Tekstslide

Interviewopdracht
1.Wie zijn de (hoofd)rolspelers en/of belangrijke auteurs binnen jouw onderwerp?
2. Wie van hen leeft nog?
3.Wat zou je hen willen vragen/ wat vertelt de literatuur jou niet maar wil je wel weten?
4. Zoek ze op (Linkedin/ Facebook) en stuur ze een bericht! (Mensen praten graag over hun expertise :D)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke les voor het pws zit er in deze quote?
‘Ik heb moeders horen vertellen over de lange eerste nacht met hun eerstgeborene, waarin ze bang waren dat zij en hun baby zouden sterven. Ik heb mijn eigen grootmoeder horen spreken over haar eerste schoolfeest toen ze zeventien jaar oud was. Op dat moment werd hun ziel warm, en waren het poëten.’

‘We kunnen leren van alle mannen, vrouwen, en kinderen om ons heen. Als ze geraakt of beroerd worden en beginnen te vertellen over iets waarvoor ze liefde voelen of haat, vandaag, gisteren, of veel langer geleden. Op een bepaald moment begint er dan iets in hen te branden, te vlammen, er ontstaat vuurwerk.’

Slide 15 - Tekstslide

Agenda
-Opwarmer (gedaan)
-Opbouw Inleiding
-Legitimering oefening
-Opbouw middenstuk
-Opbouw conclusie per vakdiscipline.
-Algemene tips
-Woord-associatie-oefening

Slide 16 - Tekstslide

Opbouw Inleiding
  • inleiding: je introduceert en legitimeert je onderwerp; je laat zien wat de achtergrond en de aanleiding voor je verhandeling zijn. Bovendien introduceer je de lezer met de gebruikte definities, gebruikte auteurs en theorieënJe verzint niets maar gaat uit van (jouw persoonlijke) werkelijkheid. Hier is veel ruimte voor creativiteit, begin met een anekdote, iets wat je raakt/ hebt meegemaakt.

Slide 17 - Tekstslide

Oefening Legitimering
Waarom is jouw onderwerp belangrijk?

Wetenschappelijk?

Maatschappelijk?

In het nieuws?
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Opbouw Middenstuk (verschillende hoofdstukken)

  • middenstuk: je bespreekt je onderwerp, geeft argumenten van jezelf en anderen en licht toe; je test je gedachten en ideeën met behulp van voorbeelden uit de werkelijkheid, je eigen redeneringen en de literatuur.

Slide 19 - Tekstslide

 
Conclusie
slot: je sluit af met een conclusie die de bespreking van het middenstuk volgt en die terugslaat op de inleiding en je zorgt dat je krachtig eindigt met een uitsmijter. Ook hier is er weer ruimte voor creativiteit. 

Tot slot;
-Geesteswetenschappen geen nieuwe info, elk hoofdstuk heeft een mini-conclusie die je samenvat in de daadwerkelijke conclusie
-Sociaal en natuurwetenschappelijk juist wel. Hier is de regel concludeer niet in de hoofdstukken maar doe dit in de conclusie.

Slide 20 - Tekstslide

CREATIEF SCHRIJVEN 
  • je moet goed lopende zinnen construeren: zowel langere, samengestelde zinnen als korte ter afwisseling;
  • de spelling en interpunctie moeten op orde zijn;
  • je schrijfwerk moet een goede opbouw vertonen met een inleiding die de lezer introduceert in het onderwerp;
  • behalve de ‘publieksgerichtheid’ van de inleiding is ook van belang dat lezers begrijpen hoe je over het onderwerp denkt, wat je opvattingen zijn etc. Je tekst is geen dagboek-fragment dat alleen voor jezelf bedoeld is; Het is dus belangrijk je redeneringen uit te leggen.
  • veel redeneringen vereisen toelichting en soms argumentatie: het moet vooral duidelijk worden waaróm je bepaalde opvattingen en ideeën hebt. Basseer je op je werk op een theorie? Een eigen redenering? dit toelichten en beargumenteren van antwoorden is een belangrijk onderdeel bij veel pws'en en komt vaak niet goed uit de verf;
  • Strooi niet te veel met bijvoeglijk naamwoorden, ze verliezen zo hun waarde (doe achteraf een check). Welke voegen écht iets toe? En welke kan je achterwege laten?

Slide 21 - Tekstslide

CREATIEF SCHRIJVEN 

 woord-associatie-oefening

1. Wat is het onderwerp van je pws?
2. Welke begrippen komen er allemaal in je op als je deze begrippen leest? En/of Waarom heb je ookal weer voor dit onderwerp gekozen.
3. Welke gevoelens en ervaringen roepen deze begrippen bij je op?
4. Bedenk nu hoe je dit een rol geeft in je inleiding
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide