ANFY 1.2 week 8 herhaling nieren en hormonale regeling

ANFY periode 2 - week 8
Wat gaan we doen vandaag?
* Herhalen bouw en werking nieren en urinewegen

* Regeling nieren: ADH en Aldosteron
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
fysiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ANFY periode 2 - week 8
Wat gaan we doen vandaag?
* Herhalen bouw en werking nieren en urinewegen

* Regeling nieren: ADH en Aldosteron

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Loopt de nierslagader naar je nieren toe of van je nieren af?
A
naar je nieren toe
B
van je nieren af

Slide 4 - Quizvraag

In welke gedeelte van de nier wordt de urine verzameld?
A
het niermerg
B
de nierschors
C
het nierkapsel
D
het nierbekken

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Van de nieren naar de blaas loopt de.....
A
Urethra
B
Ureum
C
Urinaal
D
Ureter

Slide 7 - Quizvraag

Van de blaas naar buiten =
A
Urethra
B
Ureum
C
Urinaal
D
Ureter

Slide 8 - Quizvraag

Anatomie oefenen:
https://www.anatomie-online.nl/uitscheiding-organenquiz.html


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Werking van de nieren
Kijk zelf deze video over de werking van de nieren:

https://www.youtube.com/watch?v=KCGZ6xLjBOM

Slide 13 - Tekstslide

Op welke plaats in een nefron is er sprake van filtratie?
A
kluwen van haarvaten (glomerulus)
B
nierbekken
C
tweede gekronkelde buisje
D
verzamelbuisje

Slide 14 - Quizvraag

0,2 mm

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel liter voorurine wordt er per dag in totaal in de glomeruli geproduceerd?
A
1500
B
180
C
25
D
1,5

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van de Lis van Henle?
A
Afvalstoffen uit het bloed filteren
B
Hormonen produceren
C
Water resorberen
D
Glucose uitscheiden

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Gerbil
Woestijnratje uit Mongolië

Heeft een extra lange Lis van Henle

Kan nog meer water terugresorberen uit de voorurine

Produceert MINDER urine

Verliest dus minder water via de urine!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Waar wordt ADH geproduceerd?
A
In de hypothalamus (hersenen)
B
In de bijnieren
C
In het rode beenmerg
D
In het hart

Slide 23 - Quizvraag

Stel, je drinkt heel weinig en/of je zweet veel. Wat gebeurt er met de osmotische waarde van het bloed?
A
Gaat omlaag
B
Gaat omhoog
C
Blijft hetzelfde

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Osmotische waarde van het bloed
= concentratie opgeloste deeltjes (bv zout)

Als je water kwijtraakt terwijl opgeloste deeltjes achterblijven STIJGT de osmotische waarde


Slide 26 - Tekstslide

Wat is het teken voor de hypothalamus om meer ADH te gaan maken?
A
Daling osmotische waarde van het bloed
B
Stijging osmotische waarde van het bloed
C
Weinig zuurstof in het bloed
D
Veel CO2 in het bloed

Slide 27 - Quizvraag

Als je vocht verliest (uitdroging) gaat de osmotische waarde van het bloed OMHOOG.

Hypothalamus gaat dan MEER ADH maken

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het effect van ADH?
A
Meer productie voorurine
B
Minder productie voorurine
C
Meer terugresorbtie van water
D
Minder terugresorbtie van water

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Effect ADH
Als de osmotische waarde van het bloed stijgt ('uitdroging') --> meer productie ADH --> MEER terugresorbtie van water in de distale tubulus en verzamelbuis --> MINDER productie urine --> er blijft MEER water in het lichaam --> osmotische waarde daalt weer

Slide 31 - Tekstslide

Ander voorbeeld 
En nu een precies omgekeerd:

Wat gebeurt er als je een liter water drinkt?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Je drinkt een liter Spa Blauw en de osmotische waarde van je bloed daalt.

Wat gebeurt er met de productie van ADH?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk
D
Weet niet

Slide 34 - Quizvraag

Je maakt minder ADH.
Wat gebeurt er met de terugresorbtie van water in het nefron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 35 - Quizvraag

Je drinkt een 2 liter water:

Osmotische waarde van het bloed daalt

Minder productie van ADH

Minder terugresorbtie van water uit de voorurine

MEER urineproductie

Water wordt weer uitgeplast





Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Aldosteron
De hoeveelheid zout en water in het lichaam wordt door meerdere hormonen gereguleerd.

Aldosteron is ook een hormoon dat hierbij betrokken is


Slide 38 - Tekstslide

Aldosteron
Aldosteron bevordert de werking van de Na/K pompen in het tweede gekronkelde nierbuisje.

Door Aldosteron wordt er meer Na+ (natrium) (zout) er uit de voorurine gehaald en terug naar het bloed  gepomt.

Dit zout trek water mee (osmose), dus er wordt ook meer water uit de voorurine gehaald

Meer aldosteron --> MINDER urineproductie

Dus aldosteron zorgt dat je MINDER water en zout uitplast, MEER vasthoudt, en de bloeddruk stijgt!












Slide 39 - Tekstslide

Aldosteron
Aldosteron 
Wordt geproduceerd in de bijnier

Bloeddruk daalt? --> MEER aanmaak aldosteron zodat bloeddruk weer omhoog gaat.

Bloeddruk stijgt? --> MINDER aanmaak aldosteron zodat bloeddruk weer daalt








Slide 40 - Tekstslide

Door aldosteron stijgt de bloeddruk dus!

Slide 41 - Tekstslide

Casus
Je eet een zak chips (zout)
en drinkt een fles cola

Slide 42 - Tekstslide

Je krijgt een flinke hoeveelheid vocht en zout binnen. Wat gebeurt er met het bloedvolume en de bloeddruk?
A
Dalen
B
Stijgen
C
Blijven hetzelfde
D
Weet niet

Slide 43 - Quizvraag

De bloeddruk is gestegen.
Wat gebeurt er met de aanmaak van aldosteron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft hetzelfde
D
Weet niet

Slide 44 - Quizvraag

Aldosteron
Aldosteron 
Wordt geproduceerd in de bijnier

Bloeddruk lager --> MEER aanmaak aldosteron

Bloeddruk hoger --> MINDER aanmaak aldosteron








Slide 45 - Tekstslide

Minder Aldosteron?
Minder heropname van zout en water vanuit de distale tubulus (tweede gekronkelde buisje)

Slide 46 - Tekstslide

Minder aldosteron, minder heropname van zout en water uit distale tubulus..... wat gebeurt er dan met de urineproductie?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 47 - Quizvraag

Minder aldosteron
Minder heropname zout en water in de distale tubulus

Meer urineproductie

Bloeddruk daalt weer

Slide 48 - Tekstslide

Dit is dus homeostase: negatieve feedback

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Kringspieren blaas
Interne sphincter: glad spierweefsel. Onbewust aansturen

Externe sphincter: dwarsgestreept spierweefsel. Als je zindelijk bent kun je die bewust aansturen.

Slide 54 - Tekstslide