Lever en alvleesklier

Lever en alvleesklier
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lever en alvleesklier

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  • Je weet na de les wat de functies van de lever zijn
  • Je weet na de les wat de poortader is
  • Je weet na de les welke functies de alvleesklier heeft

Slide 2 - Tekstslide

Wat doet de alvleesklier?

Slide 3 - Woordweb

Anatomie alvleesklier 
  • bestaat uit kop, lijf en staart
  • endocriene en exocriene functie
  • exocrien --> alvleessap / spijsvertering
  • endocrien --> eilandjes van Langerhanshormoon productie
  • hormoonproductie ->insuline en glucagon

Slide 4 - Tekstslide

exocriene klier
geeft zijn product via kanaaltjes buiten de klier af
Denk aan alvleesklier (verteringssappen) in de 12-vingerige darm
en denk ook aan zweetklier/talgklier

Slide 5 - Tekstslide

endocriene klier 
geeft zijn product af aan het bloed
alvleesklier insuline en glucagon
alle hormoonklieren

Slide 6 - Tekstslide

wat zijn de functies van de lever?

Slide 7 - Woordweb

functies van de lever
A
bloedsuiker stofwisseling
B
voorraadkamer stoffen uit de spijsvertering
C
productie van gal vetstofwissseling
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quizvraag

Bloedtoevoer lever

Slide 9 - Tekstslide

  • Leverslagader komt vanuit de aorta --> voert zuurstofrijk bloed naar de lever --> zorgt voor zuurstof voor het lever weefsel
  • Poortader komt vanuit de darmen --> voert zuurstofarm bloed met voedingsstoffen en gifstoffen vanuit de darm naar de lever

Slide 10 - Tekstslide

Functies van de lever
  • ontgift gifstoffen en scheidt deze uit
  • afweer
  • regulatie van het glucosemetabolisme
  • opslagplaats voor vitamines en mineralen
  • galproductie en afscheiding
  • synthese van bloedeiwitten
  • synthese, transport en excretie van vetzuren en plantensterolen 

Slide 11 - Tekstslide

synthese betekenis
Synthese verwijst in de scheikunde naar de vorming van een nieuwe chemische stof door de combinatie van andere stoffen of producten. Het is een samenvoeging van ongelijksoortige zaken, waarbij iets nieuws ontstaat.

Slide 12 - Tekstslide

Ontgiften van gifstoffen
  • Aminozuren (bouwstof van eiwitten) worden afgebroken hierbij komt ammoniak vrij. Dit is erg giftig, de lever kan ammoniak omzetten tot ureum. Wordt uitgescheiden door urine.
  • Bij de afbraak van erytrocyten (rode bloedcellen) komt bilirubine vrij. De lever ontgift dit bilirubine en daarna wordt het via de ontlasting uitgescheiden.
  • Ontgifting van medicatie

Slide 13 - Tekstslide

Afweer 
  • In de lever worden schadelijke micro organismen onklaar gemaakt door specifieke leukocyten (witte bloedcellen)
  • Soms wordt de lever zelf slachtoffer van een infectie, bekend is hepatitis B --> zeer besmettelijk --> daarom vaccinatie voor verpleegkundigen. 

Slide 14 - Tekstslide

Opslagplaats vitamines en mineralen


  • In de lever vitamine A, D, foliumzuur, vitamine B12 en K
  • In de lever ijzer en koper

Slide 15 - Tekstslide

Galproductie en afscheiding
  • 0.6 liter gal per 24 uur
  • zorgt voor het emulgeren van vetdruppels waardoor enzymen een groter werkingsoppervlakte hebben

Slide 16 - Tekstslide

Synthese van bloedeiwitten
  • De lever maakt bloedeiwitten uit aminozuren (bijv. albumine)
  • De lever maakt stollingsfactoren
  • De lever maakt eiwitten die belangrijk zijn voor de immuun en ontstekingsreacties

Slide 17 - Tekstslide

Regulatie glucosemetabolisme
  • Door voeding krijg je koolhydraten binnen
  • Het opnemen van glucose kan alleen door insuline
  • Bij een teveel aan glucose wordt dit opgeslagen in lever als glycogeen
  • Bij een tekort aan glucose in het bloed kan glucagon, glycogeen omzetten in glucose

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Als je koolhydraten eet wat zal de alvleesklier dan afgeven?
A
glucagon
B
glucageen
C
insuline
D
alvleessap

Slide 20 - Quizvraag

Wat doet glucagon?

Slide 21 - Open vraag

waarom is het belangrijk dat je glucagon (moet) kan injecteren

Slide 22 - Open vraag

leerdoelen
  • Je benoemt na de les 4 functies van de lever .
  • Je  benoemt na de les functie van  de poortader .
  • Je benoemt  na de les 2 functies van de alvleesklier .

Slide 23 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 24 - Tekstslide