Paragraaf 2 Nederland exportland

Programma
Uitleg en maken paragraaf 5.2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
Uitleg en maken paragraaf 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Import is
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten
D
In eigen land producten verkopen

Slide 2 - Quizvraag

Import is...
A
Een Nederlander op vakantie in Spanje
B
Een Duitser op vakantie in Nederland
C
Een Nederlander op vakantie in Nederland
D
Een Duitser op vakantie in Duitsland

Slide 3 - Quizvraag

Het nationaal inkomen van een land is €600 miljard, de importwaarde is €150 miljard. Bereken de importquote.

Slide 4 - Open vraag

Huiswerk
Paragraaf 4.1 en de rekentrainer 4.1

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen waarom export belangrijk is voor de Nederlandse economie

Slide 6 - Tekstslide

Nederland in de wereld

Slide 7 - Tekstslide

Nederland handelsland

Slide 8 - Tekstslide

Haven Rotterdam

Slide 9 - Tekstslide

H6 P3 Mainport Schiphol
Mainport Schiphol

Slide 10 - Tekstslide

Export
Export: het buitenland betaalt ons geld, we verkopen iets.

Voorbeelden
Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai.
Ed Sheeran drinkt biertje op een terras en fietst door Amsterdam.
We verkopen Beemsterkaas aan Duitsland.

Slide 11 - Tekstslide

In een land is de waarde van de totale uitvoer € 150 miljard. Het nationaal inkomen is € 405 miljard.
Bereken de exportquote.

Slide 12 - Open vraag

Waarom exporteren we?

Slide 13 - Tekstslide

We verdienen in Nederland veel geld voor export
Welke producten exporteren wij het meest naar het buitenland?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

  • Producten zijn goedkoper of van betere kwaliteit.
  • Bepaalde delfstoffen komen niet in onze bodem voor.
  • Ons klimaat is niet geschikt.
  • We willen een ruime keuze hebben.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maken paragraaf 5.2 in je boek
Opdracht 8, 10, 11 en 12 

Slide 17 - Tekstslide