Les 1: Paragraaf 5.1 en 5.2: Nederland in de Wereld en Export

Nederland Handelsland
Paragraaf 5.1 en 5.2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Nederland Handelsland
Paragraaf 5.1 en 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen waarom producten uit het buitenland belangrijk zijn voor Nederland.
  • Ik kan uitleggen waarom export belangrijk is voor de Nederlandse economie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie
Nederland is een handelsland met veel import en export. Veel van wat je koopt, komt uit het buitenland. En veel Nederlandse producten gaan naar het buitenland. In deze paragraaf leer je waarom import voor Nederland zo belangrijk is.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke begrippen ken je al? Sleep het begrip naar de juiste omschrijving!
Europese Unie
Export
Import
Infrastructuur
Internationale handel
Een belasting op geimporteerde goederen en diensten. Ook wel importhefftig of douanerachten genoemd.
Voorzieningen die nodig zijn voor vervoer en communicatie, zoals wegen, vliegvelden, havens, internet en het electriciteitsnet.
Invoer. Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland.
Invoerrechten
In- en uitvoer. Handel tussen twee of meer landen
Groep Europese landen die vooral op economisch gebied samen werken
UItvoer. Het verkopen van goederen of diensten aan het buitenland.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering is ...
A
Het proces waarbij alle gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden worden.
B
Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
C
Het maken van goederen met behulp van machines in een fabriek
D
Alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering
Economische globalisering
Culturele globalisering
Politieke globalisering

Uitwisseling van goederen, informatie, geld en mensen noem je 
Globalisering.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen bij hoofdstuk 5
Je kunt de volgende begrippen uitleggen:
  • import
  • export
  • handelsbalans
  • betalingsbalans.

Je kunt de import- en exportquote berekenen.

Je kunt het verschil uitleggen tussen een open en gesloten economie.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Import



Import: er gaat geld naar het buitenland, we kopen iets.
          
Voorbeelden
We voeren bananen in.
Ed Sheeran geeft een concert in de Ziggo Dome.
Jullie gaan op schoolreis naar Berlijn.



Tip
Let op de geldstroom

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Export
Export: het buitenland betaalt ons geld, we verkopen iets.

Voorbeelden
Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai.
Ed Sheeran drinkt Jenevertjes en fiets door Amsterdam.
We verkopen Beemsterkaas aan Duitsland.

Tip
Let op de geldstroom

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de pijlen naar de juiste plaats en maak het plaatje kloppend.
import
export

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...
A
meer keuze in goederen en diensten.
B
minder keuze in goederen en diensten.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voordeel van meer export is ...
A
dat de werkgelegenheid daalt.
B
dat de werkgelegenheid stijgt.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben op vakantie in Frankrijk:
A
Import
B
Export

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DSM verkoopt plastic aan een bedrijf in Duitsland
A
Import
B
Export

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Import- en exportquote
Het percentage van de totale importwaarde of exportwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.




Reken het voorbeeld is na op je rekenmachine!
Aantekening

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van ...
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In een land is de waarde van de totale uitvoer € 150 miljard. Het nationaal inkomen is € 405 miljard.
Bereken de exportquote.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De Marketingmix

Bedrijven proberen hun product zoveel mogelijk te verkopen. Zij doen dit door de marketingmix toe te passen. 
De marketingmix bestaat uit de 4 P's.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de gebeurtenissen in het juiste vak.
import
export
Ik ben op vakantie in Frankrijk.
DSM verkoopt plastic aan Duitsland.
Een zakenman uit de VS logeert in het Amstel Hotel.
Je koopt iets bij Ali Express.

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het nationaal inkomen van een land is € 815 miljard. De importwaarde is € 513 miljard. Bereken de importquote.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In een land is de waarde van de totale uitvoer € 160 miljard. Het nationaal inkomen is € 395 miljard.
Bereken de exportquote.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee vriendinnen, Lindy en Manon, gaan naar een mbo-vervolgopleiding. Ze bezoeken een aantal open dagen. De scholen presenteren zich daar heel professioneel. Mbo-scholen gebruiken meerdere instrumenten van de marketingmix om nieuwe leerlingen te werven.
Hieronder staan verschillende instrumenten van de marketingmix met daarboven verschillende uitwerkingen.
Sleep het juiste marketing instrument naar de juist uitwerking

De school is actief op Facebook, Twitter en Instagram
De school biedt veel opleidingen op verschillende niveau's
Alle docenten zijn aanwezig tijdens de open dag
De school is makkelijk bereikbaar met openbaar vervoer
personeels
beleid
plaatsbeleid
Product
beleid
Promotie
beleid

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies uit import of export voo voor
export
import
De kaasfabriek uit NL verkoopt kaas aan een Duits bedrijf.
Een vakantieganger uit NL gaat naar Oostenrijk om te skiën
Albert Heijn koopt sperziebonen uit Egypte
Een Duitser huurt een hotelkamer in Egmond aan Zee

Slide 27 - Sleepvraag

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
Het nationaal inkomen van een land is 850 miljard euro. De exportquote is 700 miljard. Wat is de exportquote?
A
121,4%
B
82,4%
C
56,7%
D
77%

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Paragraaf 5.1 en 5.2

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies