Herhaling alle woordsoorten AR2

Ben je (goed) voorbereid op de toets?
Wat heb je al gedaan?
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ben je (goed) voorbereid op de toets?
Wat heb je al gedaan?

Slide 1 - Open vraag

Deze les
- Oefentoets met lessonup maken
Je mag gebruik maken van je aantekeningen!
- Oefenen op NL Online

Slide 2 - Tekstslide

Noteer van de onderstaande zin alle pers.vnw, bez.vnw, wed.vnw en wedig.vnw
Door de zenuwen versprak zij zich telkens weer.

Slide 3 - Open vraag

Noteer alle persoonlijke voornaamwoorden (pers.vnw), bezittelijke voornaamwoorden (bez.vnw), wederkerende voornaamwoorden (wed.vnw) en wederkerige voornaamwoorden (wedig.vnw).
Zet de juiste woordsoort erachter.
Een onvoldoende voor dit wiskundeproefwerk kan ik me niet voorstellen.

Slide 4 - Open vraag

Leg uit dat in onderstaande zin het onderstreepte woord ons een persoonlijk voornaamwoord is.
We verbazen ons erover dat u ONS zomaar een ons ham geeft om op ons brood te doen.

Slide 5 - Open vraag

In welke tijd staat deze zin?
Mopperend over de slechte cijfers is de docent de klas uit gelopen.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 6 - Quizvraag

In welke tijd staat de volgende zin?
Waarom had die vieze Elian zijn kleren ongewassen terug in de kast gelegd?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 7 - Quizvraag

Herschrijf onderstaande zin in de ott.
1. Ondanks jaren oefenen was hij het autorijden niet machtig geworden.

Slide 8 - Open vraag

Noteer alle telwoorden en benoem ze. Kies uit bep.hoofdtelw, onbep.hoofdtelw, bep.rangtelw of onbep.rangtelw.
Doe het zo: twee = bep. hoofdtelw.
1. De laatste tentoonstelling over Escher bleek heel interessant te zijn.
2. Welke twee jongens zullen straks jullie eerste aanvoerders huldigen?

Slide 9 - Open vraag

Benoem alle voegwoorden en benoem ze:
nevenschikkend voegwoord (ns.vgw) of onderschikkend voegwoord (os.vgw)
20 Als je je niet vergist in de eindtijd, kunnen we straks wel per trein naar huis.
21 Mijn docent vroeg Helène of ze of ons betrapt had toen we haar iPad pikten
22 Weet je zus wie deze film heeft gemaakt en wanneer die gemaakt is?

Slide 10 - Open vraag

Noteer van alle werkwoorden in de zin de woordsoort. Kies uit: zelfstandig werkwoord (zww), hulpwerkwoord (hww) of koppelwerkwoord (kww). Doe het zo: doen = zww
16 De jongens mochten van hun vader niet naar zulke houseparty’s, tenzij ze hem beloofden dat ze nooit alcohol of drugs zouden gebruiken.
17 Wie iemand zoiets aandoet, zou de rechter twintig jaar gevangenisstraf moeten opleggen.

Slide 11 - Open vraag

Benoem de woordsoort:
Tijdens de toets kon IK me niets van wat ik gisteravond had geleerd, herinneren.
A
betr.vnw
B
betr.vnw ingesloten antecedent
C
onbep.vnw
D
pers.vnw

Slide 12 - Quizvraag

Benoem de woordsoort:
Tijdens de toets kon ik ME niets van wat ik gisteravond had geleerd, herinneren.
A
pers.vnw
B
bez.vnw
C
wed.vnw
D
wedig.vnw

Slide 13 - Quizvraag

Benoem de woordsoort:
Tijdens de toets kon ik me NIETS van wat ik gisteravond had geleerd, herinneren.
A
pers.vnw
B
bez.vnw
C
wed.vnw
D
onbep.vnw

Slide 14 - Quizvraag

Benoem de woordsoort:
Tijdens de toets kon ik me niets van WAT ik gisteravond had geleerd, herinneren.
A
aanw.vnw
B
betr.vnw
C
betr.vnw ingesloten antecedent
D
vr.vnw

Slide 15 - Quizvraag

Weet je nu (beter) wat je op de toets kunt verwachten?
Wat ga je nog doen ter voorbereiding?

Slide 16 - Open vraag

Opdracht deze les
Voorbereiden op de toets
NL Online:
Per hoofdstuk de 'extra opdracht' (rechterkolom) maken 
van grammatica woordsoorten

Slide 17 - Tekstslide