Bij inkomende gesprekken hanteer je bijvoorbeeld de volgende regels:
Laat de telefoon niet meer dan drie keer overgaan.
Start met een correcte begroeting, bijvoorbeeld ‘Goedemorgen’ of ‘Goedemiddag’.
Noem daarna de naam van je bedrijf, gevolgd door je eigen naam.
Vraag wat je voor de ander kunt betekenen.
Noteer de naam van de beller.
Geef een samenvatting.
Geef een volgende stap aan.
Eindig met een correcte groet, bijvoorbeeld: ‘Dank u wel voor het bellen en een fijne dag.’