H3 Vreemd vermogen van NV

Welkom 5H/6V
Programma deze week:
H3 Vreemd vermogen van een NV

Maken 3.3, 3.4, 3.8 en zelftest H3
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 5H/6V
Programma deze week:
H3 Vreemd vermogen van een NV

Maken 3.3, 3.4, 3.8 en zelftest H3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het vreemd vermogen?
A
Kapitaal dat de eigenaar zelf meeneemt
B
Kapitaal dat door anderen is verstrekt
C
De privé spaarrekening van de eigenaar
D
De aandelen van een eenmanszaak

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen kort vreemd vermogen en lang vreemd vermogen?
A
Kort vreemd vermogen is binnen 1 jaar terug betaald.
B
Lang vreemd vermogen is binnen 1 jaar terug betaald.
C
Kort vreemd vermogen is binnen 1 week terug betaald.
D
Lang vreemd vermogen is na 2 jaar nog niet terug betaald.

Slide 3 - Quizvraag

Lang vreemd vermogen
> hypothecaire lening
> onderhandse lening
> achtergestelde lening
> voorzieningen lange termijn (3.3)
> obligatielening (3.5)

Slide 4 - Tekstslide

Hypothecaire lening
Een hypothecaire lening is een langlopende lening met onroerend goed als onderpand.

Slide 5 - Tekstslide

Onderhandse lening
Lang lopende lening
Persoonlijk contact tussen geldgever en geldnemer. 
Eén geldverstrekker (vaak vader/zoon, tussen vrienden etc.)

Voor ondernemingen ideaal, omdat omvang en voorwaarden kunnen worden afgestemd op waar behoefte naar is. 


Slide 6 - Tekstslide

Onderhandse lening = achtergestelde lening

Een onderhandse lening wordt vaak als achtergestelde lening verstrekt. Wat houdt dit in?

--> Hoeft pas terugbetaald te worden als alle andere schulden zijn terug betaald.

Slide 7 - Tekstslide

Kort vreemd vermogen
> rekening courant krediet
> leverancierskrediet
> afnemerskrediet
> voorzieningen korte termijn (paragraaf 3.3)
> aflossing van schuld binnen 1 jaar
> schulden wegens belasting/sociale verzekeringen (te betalen dividendbelasting/vennootschapsbelasting/btw etc.)
> koop op afbetaling/huurkoop

Slide 8 - Tekstslide

Waar hoort een
banklening voor 10 jaar bij?
A
Eigen vermogen
B
Vreemd vermogen lang
C
Vreemd vermogen kort
D
Geen van deze drie

Slide 9 - Quizvraag

Een hypothecaire lening staat onder
het kopje
A
Vreemd vermogen lang
B
Vreemd vermogen kort

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van Vreemd vermogen kort?
A
Afnemerskrediet/leverancierskrediet
B
Bankrekening courant
C
Af te dragen BTW
D
Banklening van 2 jaar

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Voorzieningen behoren ook tot het VV
Wat zijn voorzieningen?

> Voorzieningen zijn geen schulden; maar het zijn toekomstige uitgaven waarvan de omvang en het tijdstip onbekend zijn. 
Toekomstige 'verliezen'  worden naar voren gehaald en de huidige kosten nemen dus toe. 

Slide 13 - Tekstslide

Voorzieningen 
  • Een voorziening wordt gevormd om aan een toekomstige verplichting, waarvan de omvang en het tijdstip niet bekend zijn, te kunnen voldoen. De hoogte van de verplichting wordt in redelijkheid ingeschat. 
  • Een voorziening wordt gevormd om de kosten (gelijkmatig) te spreiden
    over de verschillende perioden.
  • Indeling voorziening: vreemd vermogen.
  • Voorbeelden: garantievoorziening en voorziening onderhoud, pensioenvoorziening. 

Slide 14 - Tekstslide

 Voorzieningen
  • Kort: Garantievoorziening (vaak % omzet) Garantietermijn van fabriek meestal 1 jaar
  • Kort: Onderhoudsvoorziening ( bijv. % aanschafwaarde gebouw) onderhoud en reparatie vinden normaal elk jaar plaats. 

  • Lang: Pensioenvoorziening  >> pensioen in eigen beheer = vrijwel altijd aparte stichting en niet binnen de onderneming geregeld



Slide 15 - Tekstslide

Leasen (vreemd vermogen)
  • Operational lease
  • Financial lease

Slide 16 - Tekstslide

Leaseconstructies
Financial Leasing <------------------------> Operational Leasing

na afloop eigenaar                                         na afloop geen eigenaar
onderhoud voor huurder                    onderhoud voor verhuurder
verzekering voor huurder                      verzekering voor verhuurder
lagere leaseprijs                                                         hogere leaseprijs

Slide 17 - Tekstslide

Obligatielening = schuldbewijzen van een NV

Een obligatielening is een geldlening op langere termijn die 
in kleinere bedragen is opgesplitst. 

Een obligatie is een bewijs van deelneming in een geldlening.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Havo: Aan de slag
Havo: Maken 3.3 en 3.4 
Bespreken in 15 minuten

Vwo: extra uitleg obligaties


Slide 20 - Tekstslide

Obligaties
- beneden pari: koers is lager dan de nominale waarde
( rente op obligatie < marktrente )

- a pari: koers is gelijk aan de nominale waarde

- boven pari: koers is hoger dan de nominale waarde
( rente op obligatie > marktrente )

Slide 21 - Tekstslide

Nu 10/15 min: Samen 3.11 (vwo)
havo aan de slag met 3 en 4

Slide 22 - Tekstslide

Havo/Vwo: Maken 3.8
havo: 3.3, 3.4, 3.8
vwo: 3.3, 3.4, 3.8, 3.10, 3.11 (samen gedaan)

Morgen: zelftest maken in de les. 
Jezelf nakijken



Slide 23 - Tekstslide