les 2 Nederlands

Les 2 Nederlands
je hebt nodig 
laptop
leesboek
werkboek a
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2 Nederlands
je hebt nodig 
laptop
leesboek
werkboek a

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
start opdracht
bespreken opdr 3 tm 6
uitleg een boek beoordelen 
aan de slag
online aanmelden 

Slide 2 - Tekstslide

3a misdaad humor oorlog
B eigen antwoord
C bv Frederique (vijftien jaar) maakt het
uit met Sven, de knapste jongen van school. Hij wordt zo boos dat
hij een filmpje over haar op internet zet.
D. Frederique
E. B Frederique

4. . Bijvoorbeeld: Sven wil graag populair zijn, heeft
verstand van Photoshop, is wraaklustig, niet bang, gauw op zijn
teentjes getrapt, vindt zichzelf stoer
B.Uit wraak. Hij is boos omdat Frederique het uit heeft gemaakt
C. eigen antwoord

5 Frederique is boos
b: eigen antwoord

6  Bijvoorbeeld: Als je een boek leest en het
hoofdstuk eindigt er bijvoorbeeld mee dat iemand ineens heel hard
schreeuwt, dan is dat een cliffhanger. Het is dan zo spannend dat
je het liefst verder wilt lezen.
B.

Slide 3 - Tekstslide

3a misdaad humor oorlog
B eigen antwoord
C bv Frederique (vijftien jaar) maakt het uit met Sven, de knapste jongen van school. Hij wordt zo boos dat
hij een filmpje over haar op internet zet.
D. Frederique
E. B Frederique

4.A. Bijvoorbeeld: Sven wil graag populair zijn, heeft
verstand van Photoshop, is wraaklustig, niet bang, gauw op zijn
teentjes getrapt, vindt zichzelf stoer
B.Uit wraak. Hij is boos omdat Frederique het uit heeft gemaakt
C. eigen antwoord

5A Frederique is boos
b: eigen antwoord

6A  Bijvoorbeeld: Als je een boek leest en het
hoofdstuk eindigt er bijvoorbeeld mee dat iemand ineens heel hard
schreeuwt, dan is dat een cliffhanger. Het is dan zo spannend dat
je het liefst verder wilt lezen
B.Ja. Je wilt graag weten wat er nu verder gebeurt.
C. eigen antwoord
D fictie

Slide 4 - Tekstslide


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 5 - Quizvraag

Wat is fictie ook alweer?

Slide 6 - Open vraag

En wat is non fictie ?

Slide 7 - Open vraag


Fictie = een verzonnen tekst
Non fictie - een tekst over iets wat echt gebeurd is

Slide 8 - Tekstslide


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 9 - Quizvraag


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 10 - Quizvraag


Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quizvraag

En hoe noemen we een krantenartikel?
A
fictie
B
non fictie

Slide 12 - Quizvraag