240208 formuleren §3 + creatief schrijven opdracht 3

Welkom H2a!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2a!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Formuleren §1+2 herhalen (10 min)
  3. Uitleg + oefenen formuleren §3  (15 min)
  4. Creatief schrijven > teksten beoordelen (15 min)
  5. Creatief schrijven > opdracht 3 (15 min)
  6. Les afronden (5 min)
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
  1. Ik gebruik synoniemen en verwijswoorden om te variëren in woordgebruik.


Slide 3 - Tekstslide

Breng variatie aan
  1. Synoniem = een ander woord met dezelfde betekenis (asiel/dierenopvang)

  2. Gebruik een woord dat ongeveer hetzelfde betekent = hond / viervoeter / beestje

  3. Verwijswoorden = hij, zij, haar, hem, het, ze, daar, er, hun, hen


Slide 4 - Tekstslide

Herschrijf dit stukje tekst.
1) Een tekening van Van Gogh is in bezit van een man. 2) De man wil anoniem blijven. 3) De man vroeg het Van Gogh museum onderzoek te doen naar de herkomst van de tekening van Van Gogh. 4) De man weet nog niet wat hij daarna met de tekening van Van Gogh gaat doen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Formuleren §1+2 herhalen (10 min)
  3. Uitleg + oefenen formuleren §3  (15 min)
  4. Creatief schrijven > teksten beoordelen (15 min)
  5. Creatief schrijven > opdracht 3 (15 min)
  6. Les afronden (5 min)

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel
Dit ken/kan ik al:
  • Ik gebruik synoniemen en verwijswoorden om te variëren in woordgebruik.

Dit leer ik vandaag:
  • Ik kan variëren in zinsopbouw om mijn tekst aantrekkelijker te maken.


Slide 7 - Tekstslide

Variëren in zinsopbouw
Pak bladzijde 238 van je werkboek erbij!


  • Onderwerp - Persoonsvorm - Ander zinsdeel (OPA)

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen
Opdracht: 
Maak online:
Cursus 6 - Formuleren §3 > opdracht 1 t/m 3

LET OP! Opdracht 1 maak je in tweetallen.

Hoe: Kijk naar het stoplicht. Rood = alleen werken, Oranje = zachtjes overleggen
Wat: iPad
Klaar? Lees uit je boek.




timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Pauze
timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Formuleren §1+2 herhalen (10 min)
  3. Uitleg + oefenen formuleren §3  (15 min)
  4. Creatief schrijven > teksten beoordelen (15 min)
  5. Creatief schrijven > opdracht 3 (15 min)
  6. Les afronden (5 min)

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
De opdracht in tweetallen:
Elk tweetal krijgt een verhaaltje (van iemand uit de klas). Wat klopt er niet en waarom niet?

  1. Kloppen de zinnen? Staan de punten op de juiste plek?
  2. Zijn de juiste voegwoorden gebruikt in combinatie met komma's?
  3. Missen er nog ergens hoofdletters?
  4. Hoofdzin + bijzin = een komma tussen de twee persoonsvormen.
  5. Zijn de juiste verwijswoorden gebruikt? Hij, zij, het, hem, haar, etc.

De opdracht in viertallen:
Bespreek in viertallen nu opnieuw bovenstaande punten. Hebben jullie hetzelfde gevonden?
 





timer
4:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat hebben jullie gevonden?
Er was eens een spin die leefde in de hoek van mijn kamer. De spin heet Tomathy Willem Hendrik de vijfde. Tomathy leefde in een heel moeilijke situatie hij moet elke dag verstoppen voor alle soorten dingen zoals: de stofzuiger en de bewoners van ons huis. De spin had vroeger een hele grote familie maar dat werd allemaal van hem afgenomen, ze lette niet goed op ze moesten verstoppen en toen werden ze vermoord. Hij probeert sinds die dag wraak te nemen voor zijn familie. Hij heeft al talloze manieren geprobeerd om zijn familie te wreken tot op een dag ze plan werkte de spin kroop in het mens zijn oog en trok het eruit. En toen vond mijn vader de spin en…… stapte erop.

Slide 13 - Tekstslide

Wat hebben jullie gevonden?
Er was een een spin die leefde in de hoek van mijn slaapkamer. Het was daar nauwelijks zichtbaar, zoveel spinnenwebben in die hoek. Ik nam de stofzuiger en probeerde het op te zuigen, het hield zich vast aan zijn spinnenweb. Ik vond dat best wel cool, want hij leek op Spiderman. Het vierpotige Spiderman was gewoon niet te vangen. Als tweede probeerde ik een beker boven hem te zetten en schuif er dan een krant van mijn vader onder. Spiderman bleef maar van muur naar muur rennen, ik was heel erg gefrustreerd. Als laatste kocht ik een insecten spray, ik hoopte hierdoor het beest te doden. Ik miste elk schot en mijn kamer rook echt heel slecht. Ik ging uit mijn kamer met mijn raam open. Een paar seconden later zag ik hem uit het raam klimmen, toen ik dat zag vloog mijn leven voor mijn ogen. Ik sprint die kamer weer in om het raam dicht te doen. Het lukt, de spin was eindelijk buiten. Ik was zo blij ik kon wel springen, tot ik echt sprong en eivormige steentjes in de hoek zag liggen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Formuleren §1+2 herhalen (10 min)
  3. Uitleg + oefenen formuleren §3  (15 min)
  4. Creatief schrijven > teksten beoordelen (15 min)
  5. Creatief schrijven > opdracht 3 (15 min)
  6. Les afronden (5 min)

Slide 15 - Tekstslide

Creatief schrijven
Opdracht:
  • Typ een verhaal van minimaal één A4-tje. 
  • Je maakt het verhaal in Word.
  • We werken hier mogen verder aan (het hoeft vandaag dus niet af).
  • Houd je verhaal net! Geen gescheld of opgepaste onderwerpen.

Je let op:
  • Goed gebruik van punten en komma's.
  • Afwisseling in zinsvolgorde (OPA);
  • Gebruik van synoniemen, omschrijvingen en verwijswoorden om de tekst betere leesbaar te maken.

 





timer
12:00

Slide 16 - Tekstslide

Is mijn leerkracht een robot?

Robots lijken steeds meer op echte mensen. In 2050 kun je het verschil tussen robots en mensen bijna niet meer zien. Jij denkt dat je leerkracht een robot is, maar je weet het nog niet zeker. Hoe kom je erachter of het inderdaad zo is? En wat gebeurt er dan?
De kapotte tijdmachine.

In 2050 hoef je geen geschiedenis-boeken te lezen, want je gaat gewoon met de hele klas terug in de tijd. Zo kun je zelf zien wat er vroeger gebeurde. Je hebt net met je klas een tijdreis gemaakt, maar dan gaat het mis. De tijdmachine gaat kapot. In welke tijd zit je, en waar? Wat nu?

Slide 17 - Tekstslide

Les afronden
  1. Wat heb je geleerd deze les?
  2. Hoe vond je dat het ging?
  3. Wat wil je volgende les nog leren? 

Slide 18 - Tekstslide

Creatief schrijven deel 2
  1. Omschrijf zo nauwkeurig mogelijk hoe jij denkt dat een van de hoofdpersonen eruitziet. Je mag ook tekenen.

  2.  Omschrijf zo nauwkeurig mogelijk de omgeving waar het verhaal zich afspeelt. Je mag ook tekenen.

  3. Vertel iets over een van de hoofdpersonen (zelf kiezen). Wat voor karakter heeft hij denk je?

  4. Vertel iets over Ilonka. Wat voor karakter heeft zij denk je? Is zij slecht?

  5. Probeer eens uit te leggen waarom dit verhaal zo spannend is. Of waarom juist niet.
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Hoe denk jij dat het afloopt?
Opdracht:
Schrijf een vervolg op het verhaal. Wat gebeurt er met Hassan en Oscar nadat ze de pil hebben doorgeslikt?

Er is geen goed of fout, dus gebruik je fantasie. 

Let op de volgende punten:
  1. Schrijf zo gedetailleerd mogelijk, dat maakt het makkelijk om je in te leven als lezer.
  2. Wissel af tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.
  3. Let op het gebruik van hoofdletters en punten.
  4. Schrijf minimaal 300 woorden.

Slide 20 - Tekstslide