Wat? Opdracht 1 (vraag 3 t/m 6), opdracht 2, opdracht 3 (je mag vraag 2, 3 en 13 overslaan) (blz. 78-83)
Noteer vraag 4 gewoon in het schema in het boek, dus bijv. 1 A
Hoe? Je mag zachtjes overleggen
Tijd? Dit is huiswerk voor maandag
Klaar? Ga verder met opdracht 5.