Nederlands tekstverbanden 2HV

Nederlands  -  Lezen
Tekstverbanden  en signaalwoorden
NN6 2HV H1-H2-H3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands  -  Lezen
Tekstverbanden  en signaalwoorden
NN6 2HV H1-H2-H3

Slide 1 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen:

Slide 2 - Tekstslide

'Kortom' is een signaalwoord voor een
A
oorzakelijk verband
B
redengevend verband
C
samenvattend verband
D
doel-middel verband

Slide 3 - Quizvraag

'Met behulp van' is een signaalwoord van een
A
redengevend verband
B
doel-middel verband
C
samenvattend verband
D
concluderend verband

Slide 4 - Quizvraag

'omdat' is een signaalwoord van een
A
redengevend verband
B
doel-middel verband
C
oorzakelijk verband
D
concluderend verband

Slide 5 - Quizvraag

Een oorzakelijk verband toont waardoor iets gebeurt
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Een redengevend verband geeft aan hoe iemand iets doet
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

'Als gevolg van' is een signaalwoord van een
A
redengevend verband
B
concluderend verband
C
doel-middel verband
D
oorzakelijk verband

Slide 8 - Quizvraag

Bij een samenvattend verband wordt er een verkorte weergave van info uit de tekst gegeven
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Einde
Je hebt nu geoefend met signaalwoorden en                               soorten tekstverbanden.
Wat moet je nog leren voor de toets?

Slide 10 - Tekstslide