shock

1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten shock
Hypovolemisch.
Cardiogeen.
Obstructief.
Anafylactisch.
Septisch.
Neurogeen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shock:
een toestand van verminderde circulatie, wat kan leiden tot beschadiging van vooral vitale organen. Dit komt doordat er geen normale celstofwisseling meer kan plaatsvinden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte casus
Thijs wordt onrustig en angstig.
Binnen een half uur is de bloeddruk gedaald tot 80/65 mmhg. Hij ziet bleek en voelt klam en
koud aan.
Zijn ademhalingsfrequentie neemt toe en wordt oppervlakkig.
Tot je grote schrik kom je erachter dat Thijs de afgelopen 9 uur maar 50 cc. geürineerd heeft!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

korte casus wat is de oorzaak

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hypovolemische shock
Deze ontstaat door vermindering van het circulerend volume door verlies van:
  • Bloed (verwondingen)
  • Plasma (brandwonden)
  • Weefselvocht (uitdroging, diarree)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neurogene shock
Dit kan ontstaan bij een ruggenmerg- of hersenletsel, waardoor de neurologisch veroorzaakte vaatconstrictie (samenknijpen) wegvalt. 
Er ontstaat een probleem in de verdeling van het bloed.
De bloedvaten gaan te veel openstaan zodat er relatief te weinig vulling is van het vaatbed en de druk wegvalt.
Het bloed kan niet meer goed verdeeld worden over de weefsels.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen hypovolemische en neurogene shock:
Koud, klam, bleek en ingevallen gelaat.
Daling van de bloeddruk
Snelle pols als compensatie van de lage bloeddruk
Temperatuurdaling
Oligurie door verminderde nierdoorbloeding
Misselijkheid en braken door verminderde doorbloeding van het maagdarmslijmvlies en toename van afvalstoffen in het bloed.
Soms verwardheid, onrust.
Bij irreversibele shock: bewustzijnsverlies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt een shock irreversibel?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt een shock irreversibel:
  • Duurt de shock te lang voordat er weer een adequate weefselperfusie optreedt, dan volt onherstelbare weefselschade
  • Treedt deze schade op in diverse orgaansystemen dan heeft de schade een onomkeerbaar punt bereikt
  • Treedt er eenmaal weefselversterf op in de vitale organen dan is de schade door de shock zo uitgebreid dat herstel niet meer valt te verwachten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling hypovolemische/ neurogene shock

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cardiogene shock
Deze ontstaat doordat het hart
niet meer in staat is het bloed
rond te pompen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken en diagnose cardiogene shock
Oorzaken:
  • Hartinfarct
  • Acute decompensatie van het hart
  • Spanningspneumothorax.
Diagnose:
  • ECG
  • Thorax X

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen cardiogene shock:
Koud, klam, bleek en ingevallen gelaat.
Daling van de bloeddruk.
Snelle pols als compensatie van de lage bloeddruk
Pijn bij ademhalen (spanningspneumothorax)/ Pijn op de borst  ( hartinfarct)
Benauwd (decompensatio caordis)
Temperatuurdaling
Oligurie door verminderde nierdoorbloeding.
Misselijkheid en braken door verminderde doorbloeding van het maagdarmslijmvlies en toename van afvalstoffen in het bloed.
Soms verwardheid, onrust.
Bij irreversibele shock: bewustzijnsverlies.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling van cardiogene shock:
Het belangrijkste bij CARDIOGENE shock is: de vaak meteen duidelijke - oorzaak ervan te behandelen en de bloeddruk op peil te brengen.


VIP-behandeling
  • Ventilatie: zuurstoftoediening en/of beademing
  • Infusie: snel extra vocht in de bloedbaan brengen
  • Pompkracht verbeteren: adrenaline, dopamine en/of dobutamide; deze geneesmiddelen stimuleren de hartwerking

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt bij een cardiogene shock?
A
Bloed kan het hart niet in of uit.
B
Het hart werkt onvoldoende (hartfalen).
C
Sterk verminderde doorbloeding door ernstig bloed of vocht verlies.
D
neurologisch werkt de regulatie van de vaatwanden niet meer goed

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cardiogene shock komt door?
A
Long embolie
B
Grote bloeding
C
Allergische reactie
D
Hartinfarct

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cardiogene shock is een onjuiste verdeling van het bloed in de bloedsomloop waardoor het hart onvoldoende bloed krijgt.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een cardiogene shock?
A
Rood gelaat, zweten en ruikende ademhaling naar aceton
B
Verward, suf, koude klamme huid
C
Verward suf, rode zweterige huid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Obstructieve shock
Deze ontstaat door een acute afsluiting van een groot bloedvat door:

Embolie in de longslagader.
Harttamponade
Spanningspneumothorax



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen obstructieve shock:
Koud, klam, bleek en ingevallen gelaat.
Daling van de bloeddruk.
Snelle pols als compensatie van de lage bloeddruk
Pijn bij ademhalen (spanningspneumothorax), Pijn op de borst (embolie en  spanningspneumothorax)
Benauwd (spanningspreumothorax en embolie)
Temperatuurdaling
Oligurie door verminderde nierdoorbloeding.
Misselijkheid en braken door verminderde doorbloeding van  het maagdarmslijmvlies en toename van afvalstoffen in het bloed.
Soms verwardheid, onrust en bij irreversibele shock: bewustzijnsverlies.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling bij obstructieve shock

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prognose obstructieve shock:
Prognose is afhankelijk van:

  • De oorzaak.
  • De diepte van de shock op het moment dat de behandeling van de shock gestart gaat worden

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obstructieve shock komt door? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Spanningspneumo-thorax
B
Tamponade
C
Long embolie
D
Tapenade

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anafylactische schock
Anafylaxie: Een ernstige en snelle systemische allergische reactie.
Als je een anafylactische shock hebt, valt je immuunsysteem een bepaald allergeen aan.
Een stof van het immuunsysteem: immunoglobuline-E (IgE), is verantwoordelijk voor deze aanval. 
De IgE zorgt ervoor dat bepaalde witte bloedcellen (mestcellen) heel veel histamine gaan produceren
Histamine is de stof die de symptomen van een allergische reactie veroorzaakt.
Hierdoor worden de bloedvaten verwijd, bloeddrukdaling  leidt tot bewustzijnsverlies.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken anafylactische shock:

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen anafylactische shock:
Rode kleur,

Angio-oedeem (opgezwollen gelaat, hals en keel)
tranende ogen (door zowel het angio-oedeem als de stress)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling anafylactische shock

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prognose anafylactische shock
Indien de behandeling op tijd wordt ingezet zal er volledige genezing plaats vinden.


De zorgvrager zal altijd een Epipen bij zich moeten hebben

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Septische shock
Septische shock is een ernstige aandoening
Gevolg van een enorme invasie van bacteriën in het bloed 
De aandoening wordt gekenmerkt door een lage bloeddruk. 
Ook ontstaat een verminderde bloedtoevoer naar de organen waardoor deze niet langer goed kunnen functioneren.
Doordat de haarvaten van de organen door de infectie beschadigd worden
Bloedtoevoer naar organen neemt af 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Septische shock komt vooral voor bij:
Oudere zorgvragers, 
Diabetici, 
Patiënten met kanker, 
Bij een aandoening van de urinewegen, lever of darmen, 
Patiënten die een chirurgische ingreep hebben ondergaan of die verzwakt zijn

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak septische shock

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen septische shock
De verschijnselen van septische shock zijn:
Koorts,
Koude rilling,
Kortademigheid,
Hartkloppingen,
Rusteloosheid
Verwardheid.
De huid wordt warm en rood, doordat de haarvaten uitzetten.
Als gevolg daarvan daalt de bloeddruk en hierdoor wordt de hartslag sneller.



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose septische shock
Vaststellen van de bron van de infectie: 
  • Door microscopisch onderzoek van:
Bloed, speeksel, urine, wondvocht en de vloeistof rond hersenen en ruggenmerg kan worden bepaald of er organismen aanwezig zijn.
  • Door kweken van deze monsters
  • Antibiotica na afnemen van monsters


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling en prognose septische shock
Opname ic afdeling.
Vocht wordt intraveneus toegediend om de bloeddruk te verhogen. 
Geneesmiddelen worden gegeven om de bloedtoevoer naar de hersenen, het hart en andere organen te vergroten. 
Er wordt extra zuurstof toegediend
Als de longen slecht functioneren, kan beademing nodig zijn.
Antibiotica worden intraveneus toegediend zodra bloedmonsters voor laboratoriumonderzoek zijn afgenomen: twee of meer antibiotica totdat duidelijk is welke bacterie. 
Abcessen draineren
Eventueel katheter die infectie veroorzaakt verwijderen.  
Een operatie kan worden uitgevoerd om dood weefsel te verwijderen, zoals gangreneus darmweefsel 
Ondanks alle inspanningen overlijdt meer dan een kwart van alle mensen met septische shock.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties septische shock

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dhr Wiersma (uit het artikel) heeft laag HB (3.7mmol/L) een bloeddruk van 74/50 mmHg en een hartslag van 105/min. Over welke vorm van shock spreken we bij Dhr Wiersma?
A
Obstructieve shock
B
Hypovolemische shock
C
Distributieve shock
D
Cardiale shock

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij ernstige brandwonden heb je kans op een
A
Cardiogene shock
B
Hypovolemische shock
C
Anafylactische shock
D
Obstructieve shock

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welk soort shock bestaat het risico bij een geperforeerde appendicitis?
timer
0:15
A
Hypovolemische shock
B
Anafylactische shock
C
Septische shock
D
Obstructieve shock

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een volwassen man heeft een verkeersongeluk gehad. Hij heeft ernstige beenwonden opgelopen en hierbij veel bloed verloren. Op welke vorm van shock loopt deze man risico?
A
Cardiogene shock
B
Obstructieve shock
C
Hypovolemische shock
D
Distributieve shock

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat verstaat men onder een aerobe en anaerobe verbranding?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke afvalstof komt vrij bij een anaerobe verbranding?
A
lactaat
B
koolzuur
C
creatinine
D
billirubine

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke consequenties heeft dit voor de PH (zuurtegraad) van het bloed?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De problemen voor het lichaam die ontstaan bij shock zijn ongeacht de shockvorm en oorzaak altijd dezelfde. Waar in het lichaam ontstaan die problemen?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg van problemen in de weefsels
Door het sluiten van de capillaire vasoconstrictie is er geen aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen maar ook geen afvoer van afvalstoffen meer mogelijk.
door de vorming van lactaat als afvalstof van een anaerobe verbranding en het ontbreken van brandstof (ATP) wordt het milieu in de capillairen steeds slechter (PH daalt). Uiteindelijk raakt de celwand beschadigd en treedt er celsterfte op en gaan de weefsels ten gronde.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de klassieke shockverschijnselen?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er wordt ook wel eens onderscheid gemaakt tussen een 'koude' en een 'warme' shock. Welke vormen behoren tot de 'warme' shock?
A
Cardiogeen en neurogeen
B
Obstructief en hypovolemisch
C
Hypovolemisch en cardiogeen
D
Septisch en anafylactisch

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen horen bij de 'warme' shock?

Slide 48 - Tekstslide

Naast de klassieke verschijnselen:
transpireren
roodheid
algehele malaise 
septisch: verraderlijk verloop met hoge mortaliteit
capillairen worden doorlaatbaar voor vocht waardoor (ernstig) oedeem gevormd wordt
Welke controles doe je bij een patiënt waarbij jij vermoedt dat die in shock raakt of misschien al is?

Slide 49 - Tekstslide

pols
tensie
ademhalingsfrequentie
urine productie
gelaatskleur
klam aanvoelen of transpireren
Wat verwacht je van de urineproductie van een patiënt in shock? Motiveer je antwoord.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een patiënt in shock blijft lang helder van geest, kun je dat verklaren?

Slide 51 - Tekstslide

De hersenen behoren natuurlijk tot de vitale organen en blijven zolang mogelijk doorbloed.
Het verloren gaan van het bewustzijn is een uiting van een verslechterde situatie en prognostisch slecht
Shockcirkel

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort shock is dit?
Dhr. Broeren is opgenomen op de afdeling chirurgie na een aanrijding met een vrachtwagen met zijn motor. Dhr heeft verschillende schaafwonden, Hij braakt oud bloed en heeft een drain gekregen vanwege een klaplong. Dhr is 77 jaar oud. Heeft 2 dochters en een vrouw. Dhr is met pensioen en rijdt al 50 jaar motor. Dhr is bekend met hypertensie en hartfalen.



Dhr. beldt op vanwege dat hij zich koortsig voelt. Temperatuur is 38,1. Dhr krijgt paracetamol, deze wordt uitgebraakt met oud bloed. Vitale functies zijn:
- 89/57 RR
- Saturatie 92% met 3 liter zuurstof
- 104 HF
- 22 AH
Hij heeft een teen die blauw is geworden. Je gaat kijken of er pulsaties zijn te vinden in het bloedvat. Zijn rechter been is erg koud ten opzichte van zijn linker been. Ook geeft hij pijn op de borst aan.
Je belt de arts doormiddel van de SBARR methode. Wat denk je wat er aan de hand is?  










Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef bij bovenstaande situaties weer om welke vorm van shock het  gaat en wat de uitgangspunten voor de behandeling zijn:

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht klinisch redeneren
  • verdelen in 4 subgroepen in teams
  • je krijgt de shockvorm van de docent
  • schrijf een casus zonder de shock te benoemen, wel symptomen en mogelijke oorzaak maar geef niet te veel weg
  • vervolgens uitwisselen, leg uit om welke shockvorm het gaat en beschrijf de behandeling en de interventies. Gebruik hiervoor de stappen van klinisch redeneren.

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde les

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies