H1 Werkwoordspelling persoonsvorm tegenwoordige tijd

WERKWOORDSPELLING
persoonsvorm tegenwoordige tijd

 

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WERKWOORDSPELLING
persoonsvorm tegenwoordige tijd

 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Schrijf van de werkwoorden op slide 9 en 10
de stam en de ik-vorm op.

Slide 8 - Tekstslide

beklimmen

Slide 9 - Open vraag

blazen

Slide 10 - Open vraag

PVTT
Hoe lang .... hij het ... (uithouden)?
timer
0:10
A
houd...uit
B
hout...uit
C
houdt...uit

Slide 11 - Quizvraag

PVTT
Zij beoordeel.... de gebeurtenis
niet erg objectief.
timer
0:10
A
beoordeeld
B
beoordeelt
C
beoordeeldt

Slide 12 - Quizvraag

PVTT
Wor... je nog opgenomen in
de selectie van het eerste elftal?
timer
0:10
A
Word
B
Wort
C
Wordt

Slide 13 - Quizvraag

PVTT
Beantwoor.... hij de post altijd
zo laat?
timer
0:10
A
Beantwoord
B
Beantwoordt
C
Beantwoort

Slide 14 - Quizvraag

PVTT
Het gebeur... de laatste tijd
steeds meer.
timer
0:10
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 15 - Quizvraag

PVTT
Bran.... je handen niet aan die
hete pan!
timer
0:10
A
brand
B
brant
C
brandt

Slide 16 - Quizvraag

PVTT
Vin... je leraar het goed dat je
met je iPhone speelt tijdens de les?
timer
0:10
A
Vind
B
Vint
C
Vindt

Slide 17 - Quizvraag

PVTT
Hij geloof... niet dat dat mogelijk
is met dat toestel.
timer
0:10
A
geloofd
B
gelooft
C
geloofdt

Slide 18 - Quizvraag

PVTT
Als je hem ondervraag..., moet je
hem recht aankijken.
timer
0:10
A
ondervraagd
B
ondervraagt
C
ondervraagdt

Slide 19 - Quizvraag

PVTT
Weet je wel wat het beteken.... als
je werkwoordspelling echt beheerst!
timer
0:10
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 20 - Quizvraag