In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Samen werken aan ontwikkeling
Slide 1 - Tekstslide
Waaraan denk je bij een ontwikkelingsland
Slide 2 - Woordweb
Om de welvaart tussen verschillende jaren te vergelijken gebruiken economen het inkomen per hoofd van de bevolking.
Hoeveel nullen heeft
een miljard?
Hoeveel nullen heeft
een miljoen?
9 nullen
6 nullen
Slide 3 - Tekstslide
Bereken het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking voor Bangladesh
€ 530.500.000.000 / 166.200.000 = € 3.191,94 dus het antwoord is € 3.192
Slide 4 - Tekstslide
Zou je nog naar andere dingen kunnen kijken om de welvaart tussen landen te vergelijken?
Slide 5 - Woordweb
Welke andere manieren zijn er om de welvaart
te vergelijken?
Kan je ook vertellen waarom deze punten belangrijk zijn voor de welvaart.
Slide 6 - Tekstslide
Welvaartsvergelijking
Naast het nationaal inkomen per
hoofd van de bevolking moet je ook kijken naar:
- de inkomensverdeling;
- het prijspeil;
- de informele productie (zoals zelfvoorziening);
- de collectieve voorzieningen (zoals onderwijs en
gezondheidszorg).
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Kenmerken ontwikkelingslanden
een laag inkomen per hoofd van de bevolking
snelle bevolkingsgroei
ondervoeding en gebrek aan schoon drinkwater
slechte gezondheidszorg
veel analfabetisme door een gebrek aan scholing
slechte infrastructuur
veel werkloosheid
Slide 9 - Tekstslide
vicieuze cirkel
Een vicieuze cirkel: een situatie waarin je op eigen kracht niet uit kunt komen.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Vormen van ontwikkelingshulp
Noodhulp
Structurele hulp (structureel)
Gebonden hulp (Hulp met voorwaarden)
Hulp in noodsituaties, zoals het geven van voedsel, drinkwater, tenten en medicijnen, met als doel op korte termijn mensen te laten overleven.
Hulp aan ontwikkelingslanden met als doel de landen economisch zelfstandig worden.
Het land wat ontwikkelingshulp geeft kan bijvoorbeeld het land wat de ontwikkelinghulp ontvangt, verplichten om goederen en diensten te kopen in het land wat de hulp biedt.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?
Slide 14 - Tekstslide
Wat zijn ontwikkelingslanden?
A
Landen die al volop ontwikkeld zijn.
B
Rijke landen die financiële steun geven aan arme landen.
C
Arme landen die voor hun ontwikkeling steun krijgen uit rijke landen.
D
Landen die al volop ontwikkeld zijn.
Slide 15 - Quizvraag
Ontwikkelingshulp is?
A
Hulp die bij een ramp wordt gegeven.
B
Samenwerking waarbij arme en rijke landen samen werken
C
Geld sturen naar arme landen
D
Hulp van de rijke landen aan de arme landen
Slide 16 - Quizvraag
Is hier sprake van duurzame ontwikkelingshulp?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
nationaal inkomen per hoofd van de bevolking:
A
gemiddeld inkomen per persoon
B
gemiddeld jaarinkomen per persoon
C
gemiddeld jaarinkomen per persoon in een land
Slide 18 - Quizvraag
Denemarken heeft een bevolking van 6 miljoen mensen. Het nationaal inkomen is €250 miljard. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking in Denemarken.
A
€41.666,66
B
€39.128,25
C
€42.000,00
D
€41.666,67
Slide 19 - Quizvraag
Zimbabwe heeft een nationaal inkomen van $641 miljard en 16.2 miljoen inwoners. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking
A
$37,92
B
$43.693,43
C
$39,57
D
$52.001,33
Slide 20 - Quizvraag
Bevolkingsgroei en welvaart
De welvaart van een land wordt NIET bepaald door:
A
het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking
B
de voorzieningen, zoals het aantal artsen en scholen
C
de onbetaalde productie en de zelfvoorziening
D
een hoge prijs als de vraag groter is dan het
aanbod;