fictie - les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t, mavo
• Leerjaar 4

Fictie - les 3

Doelen

Aan het einde van de les

- weet je hoe de opbouw van verhalen is

- weet je hoe een verhaal kan beginnen en eindigen

- kun je de theorie toepassen op verhalen

Programma

- Welkom

- Doelen

- Instructie

- Aan het werk

- Evaluatie

Opbouw van verhalen

Veel verhalen hebben een vaste opbouw met verschillende delen: beginsituatie         ontstaan problemen            meer moeilijkheden          dieptepunt          langzame verbetering          slot. 

Verhalen kunnen ook op een ander moment beginnen dan bij de beginsituatie. 

Verhaalbegin

Verschillende manieren om te beginnen:

- inleidend begin: beeld van personages en situaties waarin ze zitten

- midden in gebeurtenissen: na een tijdje pas aanwijzingen over personages en situatie

- proloog: apart hoofdstuk voorafgaand aan 1e hoofdstuk. Vaak met info over afloop, maar zonder dat je snapt hoe en wat. 

Verhaaleinde

Einde van verhalen

- gesloten einde: er is geen openstaande informatie. 

- open einde: afloop is nog niet verteld en aantal open plekken is niet ingevuld

- epiloog: apart hoofdstuk na laatste hoofdstuk. Geeft een terugblik op gebeurtenissen, soms op later tijdstip of vanuit ander personage. 

Opdracht

Lees het verhaal op blz. 9- 13 in stilte. Geef daarna antwoord op de vragen die op de volgende pagina staan.

Opdracht

1. Beschrijf de hoofdpersoon uitgebreid.

2. Welke manieren van spanning worden gebruikt? Zet de regelnummers erbij. 

3. Beschrijf de tijd in dit verhaal. 

4. Geef aan of dit verhaal realistisch is en motiveer je antwoord.

5. Wat doet de schrijver in r. 46 - 59 met het verteltempo? 

Noem de 3 manieren waarop een verhaal kan beginnen.

Noem de 3 manieren waarop een verhaal kan eindigen.