4M spelling blok 1

Spelling blok 1
Bijvoeglijk naamwoord
Hoofdletters
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling blok 1
Bijvoeglijk naamwoord
Hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
de vergrote foto, de gelopen afstand, het verzorgde huis

Afgeleid van een werkwoord:
  • Veel regels!
  • Schrijf zoals je denkt dat het hoort. 
  • Kom je er niet uit? Kijk in de regels!

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Sterk werkwoord / klankveranderend werkwoord:
  • lopen (liep), rijden (reed), lezen (las)

Zwak werkwoord / klankvast werkwoord:
  • maken (maakte), verwachten (verwachtte)

Slide 3 - Tekstslide

de (verwachten) vraag
A
verwachte
B
verwachtte

Slide 4 - Quizvraag

het (verbazen) gezicht
A
verbaasde
B
verbaaste

Slide 5 - Quizvraag

een (overspuiten) auto
A
overgespote
B
overgespoten

Slide 6 - Quizvraag

een (verplichten) opdracht
A
verplichte
B
verplichtte

Slide 7 - Quizvraag

Hoofdletters
Aan het begin van de zin, maar:
  • 's Morgens vertrek ik vroeg van huis.
  • 12 leerlingen hadden hun huiswerk niet gemaakt.

Namen van feestdagen (Pasen, Pinksteren, Kerst), maar:
  • kerstvakantie    


Slide 8 - Tekstslide

Hoofdletters; meer regels!
Bestudeer alle voorbeelden uit te theorie.
Begrijp je de voorbeelden?
Nee? Lees dan de theorie goed door!
Ja? Goed genoeg!

Slide 9 - Tekstslide

Werk
  • Woordenschat: taak 4 en 5

  • Spelling blok 1: opdracht 24 en 25

Slide 10 - Tekstslide