Onregelmatige werkwoorden schrijven t/m stelen


Onregelmatige werkwoorden 
overnemen t/m schoonhouden
Onregelmatige werkwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Onregelmatige werkwoorden 
overnemen t/m schoonhouden
Onregelmatige werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Je oefent de volgende onregelmatige werkwoorden: 



schrijven
schrikken
slaan
slapen
sluiten
snijden
spreken
springen
staan
stelen


Slide 2 - Tekstslide

Wat is het doel? 
Je oefent/kent de goede vorm van de werkwoorden. 
Je weet de betekenis. 
Je  kunt er zinnen mee maken. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is goed?
A
Ik schreefde een e-mail.
B
Ik schrijfde een e-mail.
C
Ik schreef een e-mail.
D
Ik schrijfte een e-mail.

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf de zin in de verleden tijd:
Zij schrikt van een muis.

Slide 5 - Open vraag

Wat is goed?
A
slaan - sloeg - sloegen - hebben/zijn geslagen
B
slaan - slaagde - slaagden - hebben/zijn geslagen
C
slaan - sloegde - sloegden - hebben/zijn geslagen
D
slaan - sloeg - sloegen - hebben/zijn geslaagd

Slide 6 - Quizvraag

Schrijf het werkwoord in de verleden tijd. Schrijf de meervoudsvorm van Slapen

Slide 7 - Open vraag

Wat is goed?
A
Ik sluitte de deur naar de tuin.
B
Ik slootte de deur naar de tuin.
C
Ik sluite de deur naar de tuin.
D
Ik sloot de deur naar de tuin.

Slide 8 - Quizvraag

Zet de zin in de voltooide tijd:
Ik snijd een kilo tomaten.

Slide 9 - Open vraag

Wat is goed?
A
We hebben vorige week met elkaar gespreekt.
B
We hebben vorige week met elkaar gesprooken.
C
We hebben vorige week met elkaar gesproken.
D
We hebben vorige week met elkaar gesprookt.

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf het W.W. in de verleden tijd:
Mijn zoon springt over een hoog hek en viel op de grond.

Slide 11 - Open vraag

Maak de voltooide tijd:
Mijn zus en ik staan een kwartier in de rij.

Slide 12 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van 'stelen' in het enkelvoud?

Slide 13 - Open vraag