V4 Argumenteren les 1

Argumenteren




Les 1




1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Argumenteren




Les 1




Slide 1 - Tekstslide

Argumenteren
De komende weken werk je uit het werkboek met uitleg dat ik voor jullie in SOM heb gezet. Download het bestand:
Argumenteren - uitleg en opdrachten V4 toetsweek 1

In deze lesson-up lessen zitten wat losse opdrachten, waar je mee kunt oefenen. Lees goed wat er van je verwacht wordt.


Slide 2 - Tekstslide

Argumenteren
Wat zijn standpunten en argumenten?

De eerste stap is het herkennen van het standpunt en het argument, om vervolgens aan te geven of je met een feitelijk of waarderend standpunt te  maken hebt.

Lees de theorie in het bestand; Argumenteren - uitleg en opdrachten V4 toetsweek 1,
blz.1 t/m 4

En maak hier in de lessonup de opdrachten op slide 3 t/m

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Wat is het standpunt en wat is het argument?

In de volgende slides geef je aan wat het standpunt is.


Slide 4 - Tekstslide

Wat is het standpunt in de volgende zin:

Het is voor iedereen goed om op een teamsport te zitten, want dat is de beste manier om te leren samenwerken
A
Het is..... te zitten
B
want .... samenwerken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het standpunt in de volgende zin:


Omdat het zo gezellig is, vind ik een glaasje wijn op zijn tijd geen probleem.
A
Omdat het zo gezellig is
B
vind ik....geen probleem.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het standpunt in de volgende zin:

Er komen nog steeds veel jongeren met alcoholvergiftiging in het ziekenhuis. Daarom moet de verkoop van alcohol aan jongeren veel strenger gestraft worden.
A
Er komen ...het ziekenhuis
B
Daarom moet..... gestraft worden

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het standpunt in de volgende zin:

Ik zou voorlopig geen nieuwe schaatsen kopen, het is al jaren geleden dat er langer dan enkele dagen natuurijs heeft gelegen.
A
Ik zou..... schaatsen kopen
B
het is.... heeft gelegen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het standpunt in de volgende zin:

Amsterdam heeft veel concertzalen. Het is dus geen wonder dat bijna elke band die Nederland aandoet, in Amsterdam optreedt.
A
Amsterdam heeft veel concertzalen
B
Het is ..... Amsterdam optreedt

Slide 9 - Quizvraag

Argumenteren
 Is het argument feitelijk of waarderend?

Je hebt net de standpunten aangegeven en weet dus ook dat het andere deel van de zin het argument is. Nu ga je aangeven of dat argument feitelijk of waarderend is.

Slide 10 - Tekstslide

Het is voor iedereen goed om op een teamsport te zitten, want dat is de beste manier om te leren samenwerken
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 11 - Quizvraag

Omdat het zo gezellig is, vind ik een glaasje wijn op zijn tijd geen probleem.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 12 - Quizvraag

Er komen nog steeds veel jongeren met alcoholvergiftiging in het ziekenhuis. Daarom moet de verkoop van alcohol aan jongeren veel strenger gestraft worden.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 13 - Quizvraag

Ik zou voorlopig geen nieuwe schaatsen kopen, het is al jaren geleden dat er langer dan enkele dagen natuurijs heeft gelegen.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 14 - Quizvraag

Amsterdam heeft veel concertzalen. Het is dus geen wonder dat bijna elke band die in Nederland aandoet, in Amsterdam optreedt.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 15 - Quizvraag

Maak opdracht 1 blz. 5

Je  hebt de uitleg gelezen en de slides hierboven gemaakt. Ga nu naar je werkboekje: Argumenteren - uitleg en opdrachten V4 toetsweek 1 en maak opdracht 1 op blz. 5.




Slide 16 - Tekstslide

Voor de volgende keer
Maak opdracht 1 en neem die mee naar de les.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide