Les 2 P2 Argumenteren

Welkom H4 :)
  • Ga rustig zitten
  • Pak je lesboek en schrift
  • Stop je telefoon in je broekzak/tas
  • Geef je buurman/buurvrouw eens een complimentje ;-)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom H4 :)
  • Ga rustig zitten
  • Pak je lesboek en schrift
  • Stop je telefoon in je broekzak/tas
  • Geef je buurman/buurvrouw eens een complimentje ;-)

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  1. Terugkijken vorige les
  2. Nakijken huiswerk
  3. Uitleg argumenteren: tegenargument en weerlegging
  4. Zelfstandig werken
  5. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Periode 2
Theorie argumenteren
Mondeling betoog/betogende voordracht. Eerst uitleg en voorbereiding, vanaf 23 januari voordrachten. Let op: 15% ED!
H2 lezen paragraaf (1, 3) 4

Heb je last van erge spreekangst? Kom dan een keer naar me toe/stuur een bericht via Teams.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog over feitelijke argumenten?

Slide 4 - Open vraag

Wat weet je nog over waarderende argumenten?

Slide 5 - Open vraag

Waarderende en feitelijke argumenten
Een waarderend argument is subjectief: bevat een mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel. Je kunt ze moeilijk controleren op juistheid.

Feitelijke argumenten kun je controleren op juistheid
Het is waar of niet waar, hierover kun je niet van mening verschillen: daarom is een feitelijk argument vaak sterker.



Slide 6 - Tekstslide

Verschil
Ik vind dat we vandaag beter niet naar buiten kunnen gaan, want het is drie graden onder nul. (feitelijk)

Ik vind dat we vandaag beter niet naar buiten kunnen gaan, want het is koud. (waarderend: wanneer iemand het koud heeft is aan een persoon zelf)

Slide 7 - Tekstslide

P. 128 opdr 1
1 Amsterdam heeft veel concertzalen van verschillende groottes. Het is dus geen wonder dat bijna elke band die Nederland aandoet, in Amsterdam optreedt. FEITELIJK
2 Het is voor iedereen goed om aan op een teamsport te zitten, want dat is de beste manier om te leren samenwerken. WAARDEREND
3 Ik zou voorlopig geen nieuwe schaatsen kopen; het is al jaren geleden dat er langer dan enkele dagen natuurijs heeft gelegen. FEITELIJK

 

Slide 8 - Tekstslide

P. 128 opdr 1
4 Omdat het zo gezellig is, vind ik een glaasje wijn op zijn tijd geen probleem. WAARDEREND
5 Ik denk dat de CO2-uitstoot niet van grote invloed is op de opwarming van de aarde en de smeltende ijskappen: de zeespiegel stijgt al sinds de vorige ijstijd, 12.000 jaar geleden. FEITELIJK
6 Er komen nog steeds veel jongeren met een alcoholvergiftiging in het ziekenhuis. Daarom moet de verkoop van alcohol aan jongeren veel strenger gestraft worden. FEITELIJK

Slide 9 - Tekstslide

P. 129 opdr 2
Bijvoorbeeld:
1 Uit allerlei onderzoeken blijkt dat dagelijks bewegen goed voor de gezondheid is.
2 De Nederlandse jeugd wordt steeds minder sportief.
3 Twintig jaar geleden was ruim twee derde van de jongeren onder de achttien lid van een sportvereniging. Nu is dat minder dan de helft.

Slide 10 - Tekstslide

Tegenargument en weerlegging
Leren om argumenten, tegenargumenten en weerleggingen te herkennen en begrijpen

Slide 11 - Tekstslide

Tegenargument

Ontkrachten van standpunt.

Een nieuw argument!

(NB: met een argument bekracht je je standpunt)
Weerlegging

Ontkrachten van een argument

Reactie op een argument.

In betoog is het gebruikelijk ook een tegenargument te ontkrachten.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
School moet tussen de middag een gezonde maaltijd voor leerlingen serveren, want dit zal helpen in de strijd tegen overgewicht.

Tegenstanders zullen beweren dat het niet de taak van scholen is om leerlingen te voeden. Echter, school heeft niet alleen een intellectuele functie, ook een maatschappelijke functie.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld II
IK: School moet tussen de middag een gezonde maaltijd voor leerlingen serveren, want dit zal helpen in de strijd tegen overgewicht.
JIJ : Het is toch niet de taak van scholen om leerlingen te voeden. In Engeland serveren ze al jaren schoolmaaltijden en het overgewicht is daar niet afgenomen.

Slide 14 - Tekstslide

Onthoud voor jouw voordracht:
Feitelijke argumenten zijn sterker dan waarderende argumenten, zorg dus dat je deze gebruikt!

Er zijn altijd tegenargumenten te bedenken voor jouw standpunt, maar deze kun jij weerleggen.

Slide 15 - Tekstslide

Dit ga je doen
Pak je boek en je schrift
Ga naar p. 129
Lees kort de theorie
M. opdr 3, 4, 7 en 8
Je mag rustig samenwerken met je buur (fluistertoon)
DIT IS HUISWERK VOOR MORGEN

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
Ik kan onderscheid maken tussen feitelijke (objectieve) en waarderende (subjectieve) argumenten.

En ik kan argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen en begrijpen.

Heb je de opdrachten niet af? Huiswerk voor donderdag.

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
Teruggekeken op P1 en vooruitgekeken op P2

Nieuwe leerstof; Ik kan informatie uit een tekst halen en hoofd- en bijzaken onderscheiden met behulp van de 5W + H vragen

Slide 18 - Tekstslide