H4 Activa van NV

Welkom 5H/6V
H4 Activa van NV nieuwe stof uitleggen
Opgave uit H3 + H4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 5H/6V
H4 Activa van NV nieuwe stof uitleggen
Opgave uit H3 + H4

Slide 1 - Tekstslide

Wat is er met het gefinancierde geld gedaan? --> Bezittingen / activa / debet
  • Vaste activa
  • Vlottende activa
  • Liquide middelen 

Slide 2 - Tekstslide

Vaste activa (>1 jaar)

Slide 3 - Tekstslide

Drie soorten vaste activa 

Slide 4 - Tekstslide

Financiële vaste activa
> lening U/g (uitgeleend geld) Geen eigen leningen, maar een onderneming leent geld uit op de lange termijn aan een ander bedrijf. Dit is dus een bezitting van jou; staat links! 

Slide 5 - Tekstslide

Overname van bedrijf; vaak geconsolideerde balans

Balans & Winst- en verliesrekening van moeder- en dochtermaatschappij worden samengevoegd tot 1 balans en 1 w&v rekening. 

Slide 6 - Tekstslide

Vlottende activa < 1 jaar
Voorbeelden van vlottende activa zijn:
Voorraad goederen = voorraad van de producten die je verkoopt
Debiteuren = het bedrag dat je nog moet krijgen van je klanten
Bank = saldo op je bankrekening
Heb jij een voorbeeld van een vlottende activa?

Slide 7 - Tekstslide

Liquiditeit
Solvabiliteit

Slide 8 - Tekstslide

Het beoordelen van het 'gevoerde beleid' 
Jaarrekening: balans en W&V-rekening bekijken. 
We kijken naar kengetallen & ratio's:

Liquiditeit, Solvabiliteit & Rentabiliteit: hoe staat een onderneming ervoor? 
- interne vergelijking (1 onderneming over een tijd bekijken) 
externe vergelijking (vergeleken met andere bedrijven) 

Slide 9 - Tekstslide

Afkortingen kennen!
VA, VLA, LVV, EV, KVV?

Slide 10 - Tekstslide

Liquiditeit & Solvabiliteit

Slide 11 - Tekstslide

Liquiditeit, een onderneming is 'liquide' als....

> De current ratio groter of gelijk is aan 1
> Het nettowerkkapitaal groter of gelijk aan 0 is
> De quick ratio groter of gelijk aan 1,5 is

Slide 12 - Tekstslide

Current ratio
Kan een onderneming op korte termijn aan verplichtingen voldoen? 




voorwaarde = groter of gelijk aan 1


Slide 13 - Tekstslide

Nettowerkkapitaal

Nettowerkkapitaal = Vlottende Act. + Liq. Middelen - KVV

Als Nettowerkkapitaal positief is, kun je het KVV betalen
Geen vuistregel, want afhankelijk van omvang en aard van de onderneming

Slide 14 - Tekstslide

Quick ratio
Quick ratio = kan op korte termijn aan de betalingsverplichting voldaan                             worden? 

Quick ratio = 


De norm is dat deze groter of gelijk is aan 1,5.
Alles daaronder is dus niet goed!
Omdat voorraden niet altijd direct/snel kunnen worden omgezet in geld, worden deze buiten beschouwing gelaten. Kan de onderneming bijvoorbeeld binnen 2 weken al het Kort Vreemde vermogen betalen? 
Kort.vreemd.vermogenVlottende.activavoorraden

Slide 15 - Tekstslide

Liquiditeit meten met behulp van current/quick ratio

Nadeel: het is een momentopname: wordt berekend aan de hand van een balans; balans is een momentopname. 

Het berekenen van diezelfde ratio's een dag later/vroeger kan al andere resultaten opleveren. 

Slide 16 - Tekstslide

Solvabiliteit
Wanneer een onderneming aan al haar verplichtingen kan voldoen bij liquidatie (opheffing) van de onderneming: 
Solvabel is: een onderneming kan al het vreemd vermogen betalen bij verkoop van bezittingen.  

Slide 17 - Tekstslide

Solvabiliteit
Solvabiliteitsratio = TV / VV (of percentage x 100%)

Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe beter de onderneming in staat is alle schulden te voldoen.

Vuistregel: Solvabiliteitsratio > 1 is voldoende: theoretisch gezien kan de onderneming al haar vreemd vermogen betalen. 

Slide 18 - Tekstslide

of.....Solvabiliteit: kijk wat er wordt gevraagd!

Slide 19 - Tekstslide

Oefenopgaves!
Zelftest H4
> oefenopgave h1 t/m 4
> oefenopgave ratio's 

Slide 20 - Tekstslide