8.5B Gelijksoortige termen (machten optellen)

Hoofdstuk 1 Rekenen met letters

1.4 A + B Product van machten en Machten optellen en aftrekken

1 / 13

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Rekenen met letters

1.4 A + B Product van machten en Machten optellen en aftrekken

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

1.4 A Het product van machten (herhaling).
1.4 B Machten optellen en aftrekken.
Aan de slag.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je een machten vermenigvuldigen en machten optellen en aftrekken.

Slide 3 - Tekstslide

Machten vermenigvuldigen

Als je machten vermenigvuldigt gebeurt er dit:

Bij vermenigvuldigen mag je de exponenten optellen!

Slide 4 - Tekstslide

De regel

Bij vermenigvuldigen van machten geldt:

a^{​ p ​ ​} \cdot a^{​ q ​ ​} = a^{​ p + q ​ ​}

a^{​ p ​ ​} \cdot a^{​ q ​ ​} = a^{​ p + q ​ ​}

Op de plaats van p en q vul je de exponenten in.

a^{​ 3 ​ ​} \cdot a^{​ 2 ​ ​} = a^{​ 3 + 2 ​ ​} = a^{​ 5 ​ ​}

Voorbeeld:

Slide 5 - Tekstslide

Machten met een ander grondtal

Alleen bij machten met hetzelfde grondtal mag je de exponenten optellen.

Dus:

En niet:

2 a^{​ 3 ​ ​} \cdot 5 b^{​ 4 ​ ​} = 10 a^{​ 3 ​ ​} b^{​ 4 ​ ​}

2 a^{​ 3 ​ ​} \cdot 5 b^{​ 4 ​ ​} = 10 a^{​ ​ ​} b^{​ 7 ​ ​}

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen!

Neem de opgaven over in je schrift. Jullie krijgen 2 min.

timer

2:00

3 a^{​ 7 ​ ​} \cdot 5 a^{​ 4 ​ ​} =

- 2 x^{​ 3 ​ ​} \cdot 5 r^{​ 3 ​ ​} =

3 p^{​ 3 ​ ​} \cdot - p^{​ 2 ​ ​} \cdot - 5 p^{​ 6 ​ ​} =

Slide 7 - Tekstslide

Machten optellen en aftrekken

Je mag alleen machten optellen met dezelfde termen.

Dus:

Maar:

2 a^{​ 3 ​ ​} + 4 a^{​ 3 ​ ​} = 6 a^{​ 3 ​ ​}

4 a^{​ 3 ​ ​} b + 3 a b^{​ 3 ​ ​} = k . n .

2 a^{​ 3 ​ ​} + 4 a^{​ 5 ​ ​} = k . n .

Slide 8 - Tekstslide

Machten optellen:

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen!

Neem de opgaven over in je schrift. Jullie krijgen 2 min.

timer

2:00

4 p^{​ 6 ​ ​} + 3 p^{​ 6 ​ ​} =

3 a^{​ 2 ​ ​} b + a^{​ 2 ​ ​} b =

2 a^{​ 3 ​ ​} + 4 a b^{​ 2 ​ ​} =

Slide 10 - Tekstslide

Video machten vermenigvuldigen

Slide 11 - Tekstslide

Video machten optellen en aftrekken

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!

Leren:

Theorie 8.5B

Maken:

opg. 68 a-b-c-d-e , 69 d-e-f-i-j-k-l , 70 d-e-f, 71 d-e-f-g-h-i, 72, 74,75

Dit is huiswerk voor maandag 10 maart.

Klaar? Kijk je werk na.

timer

10:00

Slide 13 - Tekstslide

8.5B Gelijksoortige termen (machten optellen)

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

8.5B Gelijksoortige termen (machten optellen)

wortels en machten

1.4 A Het product van machten

1.4 A + B Product van een macht en Gelijksoortige termen (machten optellen)

1.4 Machten vermenigvuldigen, optellen en aftrekken (Theorie G en H)

1.4 Machten vermenigvuldigen, optellen en aftrekken (Theorie G en H)

voorkennis machten en breuken

8.5 machten en letters