5V Thema 4 DNA Basisstof 5 les 8

Het aan- en uitzetten van een gen noemen we:
A
genexpressie
B
genregulatie
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het aan- en uitzetten van een gen noemen we:
A
genexpressie
B
genregulatie

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een mogelijke functie van een regulatorgen bij prokaryoten?
A
Het codeert voor een stof die RNA-polymerase blokkeert
B
Het codeert niet voor een stof maar bindt transcriptie factoren
C
Het leidt RNA-polymerase naar promotor
D
Het codeert voor stofwisselingsenzymen

Slide 2 - Quizvraag

structuurgenen
Regulatorgen
Lactose
Transcriptie
Translatie
Repressor
Lactase

Slide 3 - Sleepvraag

Leg uit hoe crossing over bijdraagt aan evolutie.

Slide 4 - Open vraag

Genregulatie door RNA-interferentie (RNAi)
  • Kort type RNA: micro-RNA (miRNA) remt genexpressie
  • Enzym Dicer knipt dsRNA in korte stukken = micro RNA (miRNA)
  • miRNA bindt eiwitcomplex en vormt miRNA-eiwit complex
  • miRNA-eiwit complex blokkeert translatie van mRNA en breekt doel mRNA af

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Korte samenvatting
Genregulatie: het aan- of uitzetten van een gen.
Genexpressie: wanneer een gen aan staat, kan door transcriptie mRNA ontstaan en door translatie een eiwit.
Stamcellen: zijn nog niet (volledig) gespecialiseerd en kunnen zich onbeperkt delen.
Apoptose is het proces waarin een cel zichzelf doodt.
Epigenetica is de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van omkeerbare veranderingen in de activiteit van genen, die NIET het gevolg zijn van veranderingen in de nucleotidevolgorde van het DNA

Slide 7 - Tekstslide

Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen?
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen
C
Mutaties in niet-coderend DNA
D
Puntmutaties in coderend DNA

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je transcriptiefactoren die leiden tot meer genexpressie?
A
enhancer
B
repressor
C
activator

Slide 9 - Quizvraag

Waarvoor staat de afkorting miRNA?
A
medium interfering RNA
B
micro RNA
C
messenger insert RNA
D
micro interfering RNA

Slide 10 - Quizvraag

Sleep de juiste definitie naar de juiste uitleg....
Aan- of uitzetten van genen in een cel
DNA - RNA - eiwit
Cellen die zich kunnen ontwikkelen tot elk celtype
Geprogrammeerde celdood
Bestudeert omkeerbare veranderingen in DNA  zonder verandering in  nucleotiodevolgorde
Genregulatie
Genexpressie
Apoptose
Stamcellen
Epigenetica

Slide 11 - Sleepvraag