a01-06 agones thema 1 2022ps

       Οἱ ἀγῶνες
bij Argo les 1-7
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

       Οἱ ἀγῶνες
bij Argo les 1-7

Slide 1 - Tekstslide

Ἀγών 1: de leeuw van Nemea

Slide 2 - Tekstslide

Lidwoord
5 goed = 2 punten, 4 goed = 1 punt 

Slide 3 - Tekstslide

Noteer de volgende vormen van het lidwoord: 
1. nom. F. sg.
2. dat. M. pl.
3. acc. N pl.
4. gen. M. sg.
5. dat. F. sg.

M = mannelijk
F= vrouwelijk
N = onzijdig
sg. = enkelvoud
pl. = meervoud

Slide 4 - Tekstslide

Noteer de volgende vormen van het lidwoord: 
1. nom. F. sg.     
2. dat. M. pl.      τοις
3. acc. N pl.        τα
4. gen. M. sg.    του
5. dat. F. sg.       τῃ

5 goed = 2 punten, 
4 goed = 1 punt 

Slide 5 - Tekstslide

Ἀγών 2: de hydra van Lerna

Slide 6 - Tekstslide

Naamwoord
3 goed = 2 punten, 2 goed = 1 punt 

Slide 7 - Tekstslide

Noteer de vorm die ontbreekt om het rijtje compleet te maken: 
  1. θρόνοι - θρόνος - θρόνων - θρόνους - θρόνου - θρόνον - θρόνοις
  2. δένδρον - δένδρῳ - δένδρων - δένδρον - δένδροις - δένδρα - δένδρα
  3. Ῥεαν - Ῥεας - Ῥεα

Slide 8 - Tekstslide

Noteer de vorm die ontbreekt om het rijtje compleet te maken: 
  1. θρόνοι - θρόνος - θρόνων - θρόνους - θρόνου - θρόνον - θρόνοις  θρονῳ
  2. δένδρον - δένδρῳ - δένδρων - δένδρον - δένδροις - δένδρα - δένδρα  δένδρου
  3. Ῥεαν - Ῥεας - Ῥεα    Ῥεᾳ    
3 goed = 2 punten, 2 goed = 1 punt 

Slide 9 - Tekstslide

Ἀγών 3: de hinde van Artemis

Slide 10 - Tekstslide

Naamwoord
 5 goed = 2 punten, 4 goed = 1 punt


Slide 11 - Tekstslide

Determineer de volgende vormen:
  1. θεον      
  2. ἱππων
  3. κορᾳ
  4. τεκνου
  5. μαχας 
Determineer = Noteer naamval, geslacht en getal

Slide 12 - Tekstslide

Determineer de volgende vormen:
  1. θεον          acc M sg
  2. ἱππων        gen M pl
  3. κορᾳ          dat F sg
  4. τεκνου      gen N sg
  5. μαχας        acc F pl
5 goed = 2 punten, 
4 goed = 1 punt

Slide 13 - Tekstslide

Ἀγών 4: het zwijn van Erymanthos

Slide 14 - Tekstslide

Naamvallen
 5 goed = 2 punten, 4 goed = 1 punt 

Slide 15 - Tekstslide

Noteer of de stelling goed of fout is:
  1. De enige functie van de nominativus is onderwerp.
  2. Een meewerkend voorwerp staat in de dativus.
  3. Een genitivus vertaal je meestal met 'met'.
  4. De dativus in het Grieks heeft meer functies dan in het Latijn.
  5. Voorzetsels zijn altijd + dativus of + accusativus.

Slide 16 - Tekstslide

Noteer of de stelling goed of fout is:
  1. De enige functie van de nominativus is onderwerp. fout
  2. Een meewerkend voorwerp staat in de dativus.  goed
  3. Een genitivus vertaal je meestal met 'met'.  fout
  4. De dativus in het Grieks heeft meer functies dan in het Latijn. goed
  5. Voorzetsels zijn altijd + dativus of + accusativus. fout
5 goed = 2 punten, 4 goed = 1 punt 

Slide 17 - Tekstslide

Net niet op de eerste plaats met 9 punten

Slide 18 - Tekstslide

Op de eerste plaats: 10 punten!

Slide 19 - Tekstslide

Slotronde

Slide 20 - Tekstslide

Noteer zo veel mogelijk werken van Herakles

Slide 21 - Tekstslide

leeuw van Nemea
hydra van Lerna
everzwijn van Erymanthos
hinde van Artemis
Stymfalische vogels


Augiasstal
stier van Kreta
paarden van Diomedes
gordel van Hippolyte
runderen van Geryones
appels van Hesperiden
Kerberos uit onderwereld

Slide 22 - Tekstslide

Determineer χωρας

Slide 23 - Tekstslide

χωρας = gen V ev + acc V mv

Slide 24 - Tekstslide

Noteer zo veel mogelijk woorden die volgens de ρει-regel gaan

Slide 25 - Tekstslide

θεα 
πετρα
κορη
βοηθεια
χωρα 
Ῥεα

Slide 26 - Tekstslide